Familie strandlopers en snippen (Sternidae)
De familie strandlopers en snippen (Scolopacidae) is een familie binnen de orde van steltloperachtigen (Charadriiformes). Kenmerkend voor de meeste strandlopers en snippen zijn hun relatief lange en dunne snavel. De meeste strandlopers en snippen kiezen de gematigde gebieden en de poostreken uit voor hun broedgebied. Daarbij leggen ze vaak grote afstanden naar het zuiden af naar hun overwinteringsgebieden. Wereldwijd komen er ongeveer 90 verschillende soorten strandlopers en snippen voor.
Wat zijn de verschillen tussen de bonte strandloper, de kanoet en de krombekstrandloper?
Herkenning bonte strandloper
- Grootte: 17-21 cm
- Habitat: buiten broedseizoen vooral in getijdegebieden zoals wadden, maar ook bij zoet water
- Komt voor als: als doortrekker en wintergast een van de meest talrijke strandlopers, bijna geen broedvogel
Herkenning krombekstrandloper
- Grootte: 18-23 cm
- Habitat: op doortrek in modderige getijdegebieden, vooral op de wadden, ook in binnenland op modderbanken
- Komt voor als: geen broedvogel, redelijk aantal doortrekkers
Wat zijn de verschillen tussen de drieteenstrandloper, groenpootruiter, poelruiter en zwarte ruiter?
Herkenning drieteenstrandloper
- Grootte: 20-21 cm
- Habitat: in de winter vooral op zandstranden, maar ook op getijdegebieden zoals de Wadden, rent in hoog tempo langs de waterlijn, volgt de terugtrekkende golven en pikt dan naar prooi
- Komt voor als: geen broedvogel, vrij talrijke wintergast en doortrekker
Herkenning poelruiter
- Grootte: 23-26 cm
- Habitat: voornamelijk in moerassige- en modderige gebieden, maar soms ook aan de kust
- Komt voor als: geen broedvogel, zeldzame doortrekker in voor- en najaar, hoofdzakelijk in april-mei en juli-augustus te zien
- Overig: lijkt op groenpootruiter, maar staat hoger op de poten, is kleiner en heeft een dunnere niet opgewipte snavel
Wat zijn de verschillen tussen de oeverloper en de witgat?
Herkenning oeverloper
- Grootte: 19-21 cm
- Habitat: tijdens trek in uiteenlopende gebieden, bijvoorbeeld op kale oevers aan zoet water en altijd langs de waterkant
- Komt voor als: praktisch geen broedvogels en overwinteraars, wel redelijk veel doortrekkers
- lijkt wat op bosruiter of witgatje, maar heeft kortere poten en plattere buik
Herkenning witgat
- Grootte: 24 cm
- Habitat: broedt in moerasachtige gebieden met veel dekking, broedt vaak in bomen en nesten van andere vogels, /buiten broedseizoen in veel soorten zoetwatergebieden met modderige bodem, bijna niet in zoute gebieden
- Komt voor als: klein aantal overwinteraars, meer als doortrekkers, meestal alleen of in aantallen van 2 aanwezig
Wat zijn de verschillen tussen de grutto en de rosse grutto?
Herkenning grutto
- Grootte: 38-42 cm
- Habitat: vooral vochtige weilanden en natte veengebieden
- Komt voor als: broedvogel en doortrekker, geen overwinteraars
Wat zijn de verschillen tussen de regenwulp en de wulp?
Herkenning regenwulp
- Grootte: 41-47 cm
- Habitat: tijdens trek in heidevelden, weilanden en getijdegebieden
- Komt voor als: broed niet bij ons maar is doortrekker in voor- en najaar
Wat zijn de verschillen tussen het bokje, de houtsnip en de watersnip?
Herkenning bokje
- Grootte: 18-19 cm
- Habitat: vochtige moerasachtige gebieden, altijd met voldoende dekking
- Komt voor als: schaarse broedvogel, klein aantal overwinteraars, meer doortrekkers