Bokje

bokje

Bokje (Lymnocryptes minimus)

Het bokje is met zijn lichaamsgrootte van ongeveer 18 cm kleiner dan de watersnip en de kleinste snipsoort. Ze broeden niet bij ons maar zijn wel regelmatig te zien als wintergast en doortrekker. Bokjes hebben een goede camouflage en zijn dus lastig te ontdekken.

Waar leeft het bokje?

Bokjes hebben een voorkeur voor moerasachtige gebieden met veel rietvegetatie. Ze komen ook voor bij slootkanten, veengebieden en natte graslanden. Ze broeden niet bij ons en komen hier als wintergast en doortrekker voor. Broeden doen ze in het noorden van Scandinavië en Rusland, onder andere op toendragebieden. Naast Nederland overwinteren ze in West- en Zuid-Europa tot aan Noord-Afrika toe.

Wat eet het bokje?

Het voedsel van het bokje bestaat hoofdzakelijk uit dierlijk voedsel, zoals insecten, wormen en andere ongewervelde diertjes. Zaden staan soms ook op hun menu.

Hoe herken je het bokje?

Het verenkleed van het bokje is donker aan de bovenzijde en is voorzien van lichte vlekken. De rug en de flanken zijn voorzien van vier roomkleurige lengtestrepen, waarbij er ook twee gelijkkleurige strepen over de kruin te zien zijn. Het bokje is kleiner dan de watersnip en heeft een korte snavel.

Weetjes over het bokje

  1. Classificatie: Lymnocryptes (geslacht) – Strandlopers en snippen (familie) – Steltloperachtigen (orde) – Vogels (klasse)
  2. Het bokje laat zich vooral ‘s nachts en in de schemering zien en valt door zijn goede camouflage niet snel op.