Vlinders (orde Lepidoptera)
Vlinders, ook wel schubvleugeligen genoemd, zijn insecten die vallen onder de orde Lepidoptera. Wereldwijd komen er meer dan 160.000 verschillende soorten voor, waarvan ongeveer 2.400 in Nederland. Vlinders kan je onder verdelen in dagvlinders, nachtvlinders en microvlinders (een groep van kleine vinders), waarvan de microvlinders de meeste soorten vertegenwoordigen (ongeveer 1.400 soorten). Het aantal dagvlinders in Nederland bedraagt ongeveer 50. Een belangrijk verschil tussen tussen dag- en nachtvlinders is dat nachtvlinders bij rust hun vleugels plat op het lichaam houden. Daarnaast hebben dagvlinders altijd een knop op de sprieten dit in tegenstelling tot de nachtvlinders die dat niet hebben.
De eerste vlinderachtige soorten zijn waarschijnlijk al meer dan 200 miljoen jaar geleden ontstaan. De dagvlinders kwamen later op het toneel, ongeveer 50 miljoen jaar geleden.
De grootte van vlinders kan sterk variëren. Zo zijn er soorten met een vleugelspanwijdte van een paar millimeter groot, maar er bestaan ook vlinders met een spanwijdte van zo’n 25 cm. De antennes op hun kop gebruiken vlinders om geuren waar te nemen, daarbij hebben ze twee samengestelde ogen voor visuele waarneming. Met hun oprolbare tong kunnen vlinders het nectar in veel verschillende plantensoorten bereiken. De rupsen eten vaak het groen van planten. Daarbij zijn ze erg kieskeurig en heeft iedere vlinder/rups zijn eigen voorkeur voor planten waar de rupsen zich kunnen ontwikkelen. De planten waar de rupsen hun voedsel vinden en zich ontwikkelen noemt men waardplanten.
Vlinders kennen een volledige gedaanteverwisseling. Dit betekent dat ze een verpoppingsfase kennen in hun ontwikkeling naar volwassenheid.
Classificatie: Vlinders (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).
Waardplanten en vliegtijden van dagvlinders
Waardplanten zijn de planten waarop de vlinders hun eitjes leggen en waarvan de uitgekomen rupsen eten. De vliegtijden die hieronder worden weergegeven zijn de maanden waarin de betreffende vlinders vliegen en je ze dus in vlindervorm tegen kunt komen. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan er variatie in de vliegperiode zitten. Veel vlindersoorten kennen, binnen één jaar, meerdere generaties. De hieronder weergegeven vliegtijden gelden voor het totaal aantal generaties die een vlindersoort kent.
Argusvlinder
Waardplanten:
Diverse overblijvende grassen, zoals:
Ruwe smele
Beemdgras
Kropaar
Vliegtijden:
april - oktober
Atalanta
Waardplanten:
Grote brandnetel
Soms ook op andere brandnetelsoorten
Vliegtijden:
april - november
Boomblauwtje
Waardplanten:
Kruid- en struikachtige planten, zoals:
Grote kattenstaart
Klimop
Struikheide
Vliegtijden:
maart - oktober
Dagpauwoog
Waardplanten:
Grote brandnetel
Soms ook op andere brandnetelsoorten
Vliegtijden:
maart - oktober
Groot dikkopje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Pijpenstrootje
Kropaar
Duinriet
Vliegtijden:
juni - augustus
Zwartsprietdikkopje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Kropaar
Duinriet
Gevinde kortsteel
Vliegtijden:
juni - augustus
Distelvlinder
Waardplanten:
Distels, zoals Kruisdistel
Grote brandnetel
Kruidachtige planten
Vliegtijden:
april - oktober
Gehakkelde aurelia
Waardplanten:
Boswilg - kruisbes
Grote brandnetel
Hazelaar
Ruwe iep
Vliegtijden:
maart - oktober
Hooibeestje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Beemdgrassen
Reukgras
Zwenkgras
Vliegtijden:
april - september
Icarusblauwtje
Waardplanten:
Alleen op vlinderbloemigen, zoals:
Gewone rolklaver
Hopklaver
Luzerne
Vliegtijden:
april - oktober
Kleine ijsvogelvlinder
Waardplanten:
Wilde kamperfoelie
Andere kamperfoeliesoorten
Sneeuwbes
Vliegtijden:
juni - september
Kleine vos
Waardplanten:
Grote brandnetel
Soms ook op andere brandnetelsoorten
Vliegtijden:
februari - oktober
Kleine vuurvlinder
Waardplanten:
Zuringsoorten, zoals:
Veldzuring
Schapezuring
Ridderzuring
Vliegtijden:
april - oktober
Koevinkje
Waardplanten:
Grassen en zeggesoorten, zoals:
Veldbeemdgras
Pijpenstrootje
Boszegge
Vliegtijden:
juni - augustus
Koninginnepage
Waardplanten:
Struiken uit prunusfamilie, zoals:
Sleedoorn
Pruim
ook op de eenstijlige meidoorn
Vliegtijden:
april - oktober
Landkaartje voorjaarsvorm (eerste generatie)
Waardplanten:
Grote brandnetel
Soms ook op andere brandnetelsoorten
Vliegtijden:
april - juni
Landkaartje zomervorm (tweede generatie)
Waardplanten:
Grote brandnetel
Soms ook op andere brandnetelsoorten
Vliegtijden:
juli - september
Oranjetipje
Waardplanten:
Kruibloemige planten, zoals:
Pinksterbloem
Look-zonder-look
Wilde judaspenning
Vliegtijden:
april - juni
Groot koolwitje-vrouwtje eerste generatie
Waardplanten:
Kruibloemige planten, zoals:
Kool
Koolzaad
Kopherik
Vliegtijden:
april - september
Klein geaderd witje
Waardplanten:
Look-zonder-look
Pinksterbloem
Wilde judaspenning
Diverse andere kruisbloemigen
Vliegtijden:
april - september
Klein koolwitje
Waardplanten:
Kruisbloemigen, zoals:
Look-zonder-look
Koolzaad
Kool
Vliegtijden:
april - oktober
Bont zandoogje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Kropaar
Kweek
Witbol
Vliegtijden:
maart - oktober
Bruin zandoogje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Veldbeemgras
Genaald schapengras
Gestreepte witbol
Vliegtijden:
juni - september
Oranje zandoogje
Waardplanten:
Diverse grassoorten, zoals:
Kropaar
Grote vossenstaart
Gewoon struisgras
Vliegtijden:
juni - augustus
Nachtvlinders
Bruine molmboorder (Harpella forficella)
In Nederland en op de Veluwezoom is de bruine molmboorder een algemene nachtvlinder soort die vooral op de zandgronden voorkomt. Van juni tot en met september kan je de bruine molmboorder als nachtvlinder tegenkomen. Gedurende de winterperiode leeft de bruine molmboorder als rups. De rups leeft dan van het dode hout van diverse boomsoorten. Daarnaast eet de rups ook van de kogelhoutskoolzwam.
Classificatie: Harpella (geslacht) – Sikkelmotten (familie) – Vlinders (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).
Rups van de nachtpauwoog (Saturnia pavonia)
De rups van de nachtvlinder de nachtpauwoog is een opvallende verschijning. Kenmerkend is de felgroene (soms ook donkergroen) kleur gecombineerde met de zwart-gele stippen. Deze rups wordt ongeveer 6 cm. lang en is vrij algemeen qua voorkomen en de Veluwe en Veluwezoom zijn gebieden waar deze soort bovengemiddeld voorkomt. De nachtpauwoog komt voor in bossen, heidegebieden en schrale graslanden. Je kan ze dan ook vinden in de buurt van loofbomen, struik- en dopheide, braamstruiken, bosbes, meidoorn en andere struiken.
Classificatie: Saturnia (geslacht) – Nachtpauwogen (familie) – Vlinders (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).
Variabele grasmot (Agriphila tristella)
De variabele grasmot is een nachtvlinder die in Nederland en op de Veluwezoom algemeen voorkomt en is waar te nemen als vlinder van ongeveer juni tot en met september. Deze nachtvlinder heeft een spanwijdte van 22 tot 30 mm. De naam van de variabele grasmot verwijst naar het voedsel dat de rupsen tot zich nemen en dat is gras. Je kan de variabele grasmot herkennen aan de lange lichte streep die loopt over de vleugels. Soorten die op deze nachtvlinder lijken zijn de smalle witlijngrasmot, de witlijngrasmot en de geaderde grasmot.
Classificatie: Agriphila (geslacht) – Grasmotten (familie) – Vlinders (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).