kruisspin-in-web

Wielwebspinnen (Familie Araneidae)

Met bijna 3.000 soorten wereldwijd vertegenwoordigen de wielwebspinnen een grote familie binnen de orde van spinnen. In Europa komen ongeveer 50 verschillende soorten voor. Kenmerkend voor wielwebspinnen is het grote en opvallend getekende en gekleurde achterlijf. Wielwebspinnen hebben acht ogen en de lengtes van de verschillende soorten variëren tussen de 2 en 45 mm. Het web wordt, meestal ’s nachts of in de vroege ochtend, gemaakt door eerst een paar hulplijnen te plaatsen. Hierna maakt de spin eerst kleine cirkels in het centrum waarna er verder uit elkaar staande cirkels aan de buitenzijde worden gemaakt. De spin houdt contact met het web door middel van een voeldraad die naar zijn schuilplaats loopt. Zo controleert de spin of er een prooi in het web terecht komt. Er zijn ook wielwebspinnen die in het centrum van het web gaan zitten. Omdat de kleefkracht van het web snel achteruit gaat en het web door de prooien snel beschadigd raakt, maken wielwebspinnen bijna iedere dag een nieuw web. Zodra de spin een prooi heeft gevangen, wordt deze fijngekauwd en opgegegeten. Grotere prooien worden met het spinsel ingekapseld om later te worden opgegeten. In Nederland voorkomende wielwebspinnen zijn de kruisspin en de wespspin, ook wel tijgerspin genoemd.

Classificatie: Wielwebspinnen (familie) – Spinnen (orde) – Spinachtigen (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).