Spinnen van de Veluwezoom (orde Araneae)
Spinnen zijn geen insecten maar zijn geleedpotigen die vallen onder de klasse van spinachtigen. Naast de spinnen vallen onder de klasse van spinachtigen ook nog hooiwagens, bastaardschorpioenen en teken. In tegenstelling tot insecten hebben spinnen geen zes maar acht poten (vier paar), die bevestigd zitten aan het voorste deel van het lichaam. Het lichaam bestaat uit twee delen, waarbij het voorste deel (het kopborststuk) de ogen, de poten, de palpen en de cheliceren bevatten. Het zakachtige achterlijf bevat de spintepels, waar het web mee wordt gemaakt. De meeste spinnen hebben vier paar ogen, dus acht in totaal. Er zijn echter ook spinnen met zes (drie paar) ogen. Spinnen hebben geen antennes, zoals insecten, maar palpen. Palpen zijn een soort tastsprieten die zijn ontstaan uit monddelen. Ze dienen, net als de antennes bij insecten, als tastorgaan. Bij de mannetjes hebben ze ook de functie als geslachtsorgaan. Spinnen hebben twee gifkaken (cheliceren). Hiermee spuiten veel spinsoorten het gif in hun prooi om deze te verlammen en te verteren. De verteerde vloeibare prooi wordt daarna door de spin opgezogen. Daarnaast gebruikt een deel van de spinnen de gifkaken ook om hun prooi te vermalen.
Wereldwijd komen er ongeveer 45.000 verschillende soorten spinnen voor, waarvan ongeveer 700 soorten in de Benelux.
Spinnen zijn echte landdieren die leven van dierlijk voedsel, zoals insecten. Vaak maken spinnen een web en wachten ze af totdat er een prooi in het web verstrikt raakt. Er zijn echter ook spinnen die actief jagen op hun prooi. Afhankelijk van de soort kan de grootte van spinnen variëren van ongeveer een halve tot zo’n 30 cm, inclusief de poten. Daarbij zijn de vrouwtjes over het algemeen aanzienlijk groter dan de mannetjes.
Classificatie: Spinnen (orde) – Spinachtigen (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).
BEKIJK ONDERSTAANDE PAGINA'S VAN SPINNENFAMILIES