Mieren (Familie Formicidae)
Net als wespen vallen mieren onder de superfamilie vespidea/wespachtigen. Mieren zijn daarin een eigen familie met wereldwijd ongeveer 12.000 verschillende soorten. Je kan de dichte verwantschap tussen mieren en wespen terugzien in hun lichaamsbouw. Door hun grote aanpassingsvermogen komen mieren over bijna de hele wereld voor. Mieren zijn sociale dieren die in grote kolonies leven, vaak wel miljoenen mieren per kolonie. Hun nest bouwen ze meestal onder de grond of in boomholtes. Vaak hebben ze een dominate postie op de bodem waar ze leven. Een mierenkolonie bestaat uit één of meerdere koninginnen, heel veel vrouwtjes (de werksters) en jonge mannetjes, die dienen voor de bevruchting van de koningin. De werkzaamheden binnen een kolonie zijn verdeeld onder de werksters. Zo zijn er werksters die op verkenning gaan, het voedsel verzamelen, de jonge mieren verzorgen, het nest op orde houden of het graven van de gangen verzorgen. Deze laatste werkers hebben hiervoor grotere kaken ontwikkeld om goed te kunnen graven. De werksters die voor het voedsel zorgen zijn vaak de oudere werksters. Het is voor de kolonie dan een kleiner verlies als deze tijdens het risicovolle fourageren zouden sterven.
In Nederland zijn de meest voorkomende mieren de bosmieren, tuinmieren en steekmieren. Bosmieren zijn bij ons vertegenwoordigd door de behaarde bosmier, de kale bosmier, de zwartrugbosmier en de stronkmier, waarvan de behaarde bosmier het meest voorkomend is. In en rondom ons huis komen we de tuinmieren ‘de wegmier’ en ‘de glanzende houtmier’ tegen. De rode steekmier is vrij aggressief en zal steken zodra het nest verstoord wordt.
Classificatie: Formicidae (familie) – Wespachtigen (superfamilie) – Vliesvleugeligen (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).