Plantenluizen (onderorde Sternorrhyncha)

Plantenluizen zijn insecten die vallen onder de onderorde Sternorrhyncha en de orde van halfvleugeligen. Ze zijn daarmee nauw verwant aan de wantsen en cicaden, die ook onder de orde van halfvleugeligen vallen. Plantenluizen voeden zich met het sap van planten dat ze met hun zuigsnuit opzuigen.

 Binnen de onderorde van plantenluizen vallen de familie van bladvlooien en de superfamilies schildluizen en bladluizen. Van de bij iedereen wel bekende bladluizen komen in West-Europa wel een paar honderd verschillende soorten voor. De meeste bladluizen worden niet groter dan zo’n 6 mm. Afhankelijk van de planten waarvan ze leven kunnen de soorten in gevleugelde of ongevleugelde uitvoering voorkomen. Bladluizen hebben eiwitten nodig om te kunnen overleven. Hiervoor moeten ze veel plantensap opnemen, maar daarbij krijgen ze teveel suikers binnen. Deze scheiden ze dan ook weer af, waar andere insecten zoals mieren weer van profiteren. Bladluizen kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten en doen dit meestal meerdere keren per jaar.

Een ander voorbeeld van een plantenluis is de sparrengalluis. Deze veroorzaakt, door een zuigende prikkel, ananasvormige gallen op de jonge scheuten/knoppen van sparren en lariksen. De kleur van de gallen is groen en ze hebben rood geschubde randen. In de kamer van de gal leven de jonge luizen, die zodra ze volwassen zijn er in gevleugelde uitvoering uitkomen.

Classificatie: Sternorrhyncha (onderorde) – Halfvleugeligen (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).