Kameelhalsvliegen (orde Raphidioptera)

De kameelhalsvliegen zijn insecten die vallen onder de orde Raphidioptera. Het zijn netvleugelachtige vliegende insecten die evolutionair gezien verwant zijn aan de mierenleeuwen, elzenvliegen en gaasvliegen. Wereldwijd komen er ruim 200 soorten voor, waarvan zes in Nederland. De insecten uit de orde Raphidioptera bestaan al erg lang. Ongeveer 300 miljoen jaar geleden zijn de eerste kameelhals-achtige insecten ontstaan.

Kenmerkend voor kameelhalsvliegen is hun lange nek. Daarnaast hebben ze grote lange vleugels met een duidelijk zichtbaar ader netwerk. De meeste soorten worden niet groter dan zo’n 2 cm. Hun voelsprieten op de kop dienen als tastorgaan, onder andere om een partner mee op te sporen. Het verschil tussen een vrouwtje en mannetje is goed waarneembaar. Vrouwtjes hebben namelijk een lange legbuis. Deze legbuis gebruiken ze om hun eitjes af te zetten, vooral in boomschors. Kameelhalsvliegen kom je vooral tegen op de stammen van bomen. Hier zoeken ze namelijk hun voedsel dat bestaat uit kleine insecten. Kameelhalsvliegen kennen een volledige gedaanteverwisseling. Dit betekent dat de larven een verpoppingsproces ondergaan waarna het volwassen insect (imago) ontstaat.

Classificatie: Kortschildkevers (familie) – Kevers (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).