Egel (Erinaceus europaeus)
Net als de huisspitsmuis valt de egels onder de orde van insecteneters. De egel komt in heel Nederland voor, maar het aantal egels loopt wel achteruit. Echt kenmerkend voor de egel zijn natuurlijk zijn stekels en dat hij zich op kan rollen bij gevaar.
Algemene informatie over de egel
Zonder staart wordt de egel maximaal zo’n 30 cm lang en de lengte van zijn staart bedraagt ongeveer 3 tot 4 cm. Een gezonde egel kan ruimt 1 kg zwaar worden. De stekels van een egel zijn 2 tot 3 cm lang en een volwassen egel kan wel meer dan 7.000 stekels met zich meedragen. De stekels blijven niet zijn hele leven op zijn lichaam. Na ongeveer een jaar valt een stekel af en groeit er een nieuwe aan.
Leefomgeving van de egel
Egels komen zowel in de natuur als in de bebouwde omgeving voor. Belangrijk is dat er lage begroeiing aanwezig is waarin ze kunnen schuilen.
Wat eet een egel?
Egels eten vooral ongewervelde dieren, zoals wormen, slakken, insecten en spinnen. Hun prooi speuren ze op door middel van de geur, want ze hebben een heel goed reukvermogen. Egels kunnen, in één nacht, wel meer dan 30 slakken opeten, dit inclusief het slakkenhuis.
Weetjes over de egel
- Classificatie: Erinaceus (geslacht) – Egels (familie) – Insecteneters (orde) – Zoogdieren (klasse)
- Mannetjes egels zijn meestal groter en zwaarder dan vrouwtjes egels.
- Egels houden een winterslaap die loopt van ongeveer november tot mei, mede afhankelijk van de weersomstandigheden.
- Egels kunnen niet goed tegen melk, daarvan raken ze aan de diarree.
- De activiteit, zoals het zoeken naar voedsel, van egels vindt gedurende de nacht plaats. Dat doen in hun eentje want het zijn solitaire dieren.
- In het wild worden egels maximaal zo’n 10 jaar oud. Gemiddeld ligt dit aanzienlijk lager, namelijk 4 tot 5 jaar.