Eekhoorn (Sciurus vulgaris)
De eekhoorn is een echte boombewoner die zowel naar boven als naar beneden langs de stam kan lopen. Bij het springen van de ene naar de andere tak gebruiken ze hun staart als stuurmiddel. Gemiddeld heeft de eekhoorn een lichaamslengte van zo’n 24 cm met daarbij een pluimstaart van 20 tot 28 cm. Deze pluimstaart en zijn pluimoren zijn specifieke herkenningspunten van de eekhoorn.
Leefomgeving van de eekhoorn
De eekhoorn komt voor in loof-, naald- en gemengde bossen. Daarnaast leven veel eekhoorns ook in de omgeving van mensen, zoals in parken en tuinen.
Wat eet de eekhoorn?
De eekhoorn is een alleseter (omnivoor). Tamme kastanjes, beukennootjes, hazelnoten, zaden, paddenstoelen, insecten en vruchten van bomen en struiken staan allemaal op het menu van de eekhoorn. Soms roven ze ook wel een vogelnest en eten dan de eieren of jonge vogels. Dit gebeurt in verhouding echter weinig. Eikels eten ze alleen als er geen ander voedsel beschikbaar is. Dit in verband met het vele looizuur dat in de eikels zit.
Weetjes over de eekhoorn
- Classificatie: Sciurus (geslacht) – Eekhoorns (familie) – Knaagdieren (orde) – Zoogdieren (klasse)
- Hun nest bouwen eekhoorns graag in boomholtes. Hiervoor gebruiken ze vaak oude spechtenholen, die een ingang van ongeveer vijf cm hebben. Als er weinig spechtenholen beschikbaar zijn, bouwen ze ook wel een bolvormig nest in een boom of struik.
- Eekhoorns leggen een wintervoorraad aan van zaden en noten. Ze houden geen winterslaap, maar bij extreme kou trekken ze zich terug in hun nest.
- De voortplantingsperiode is van december tot februari en van mei tot juni. Als er weinig voedsel is dan wordt de eerste periode vaak overgeslagen. Tijdens de voortplantingsperiode jagen de mannetjes achter de vrouwtjes aan om te kunnen paren. Na de paring leven ze weer apart. Een worp met jongen bestaat meestal uit zo’n vier eekhoorntjes.