Bosmuis (Apodemus sylvaticus)
De bosmuis is een algemene soort die in heel Nederland voorkomt. Zijn naam geeft de indruk dat de bosmuis alleen in het bos leeft. Zijn leefgebied is echter veel ruimer. In principe kan je de bosmuis tegenkomen op alle plekken waar voldoende begroeiing ten behoeve van beschutting aanwezig is.
Algemene informatie over de bosmuis
Kenmerkend voor de bosmuis zijn de grote ogen en oren en zijn puntige snuit. De vacht heeft op de rug een gelig tot donkerbruine kleur. Zonder staart worden ze gemiddeld acht tot tien cm groot en de lengte van de staart kan ook wel acht tot tien cm bedragen. Veel bosmuizen hebben ook een gele borst vlek en een rugstreep op hun lichaam.
Leefomgeving van de bosmuis
Met uitzondering van erg natte gebieden kan je de bosmuis overal tegenkomen waar voldoende voedsel en lage begroeiing om te kunnen schuilen aanwezig is.
Wat eet een bosmuis?
De bosmuis is een omnivoor die zowel plantaardig als dierlijk voedsel eet. Het plantaardige deel bestaat onder andere uit grassen, noten, wortels en kruidachtige planten. Daarnaast staan er ook ongewervelden zoals spinnen, wormen en insecten nop het menu.
Weetjes over de bosmuis
- Classificatie: Apodemus (geslacht) – Muridae (familie) – Knaagdieren (orde) – Zoogdieren (klasse)
- De bosmuis is ’s nachts actief en houdt geen winterslaap. Bij koude en als er weinig voedsel aanwezig is dan verlaagt hun lichaamsactiviteit en verbruiken ze weinig energie.
- Als reserve legt de bosmuis een voedselvoorraad aan in zijn hol, maar soms ook op plekken in de directe omgeving daarvan.
- Een bosmuis kan in het wild 1,5 jaar oud worden, maar gemiddeld worden ze vaak niet ouder dan 3 maanden.