Matkop (Poecile montanus)
De matkop is een wat kleinere en onopvallende mezensoort die veel op de glanskop lijkt. Je kan de matkop en glaskop het best onderscheiden door hun zang. Daarnaast heeft de matkop een lichte baan op de armpennen van de vleugels. De wangen van de matkop zijn daarbij geheel wit en hij heeft een grote kinvlek. De matkop is een standvogel die hier het hele jaar voorkomt.
Leefomgeving van de matkop
De matkop heeft een voorkeur voor de wat vochtige bossen. Belangrijk is dat er veel dood en rottend hout voorkomt. Dit is belangrijk voor het vinden van zijn voedsel en het maken van zijn nest.
Wat eet de matkop?
De matkop eet ongewervelde diertjes. Voorbeelden hiervan zijn spinnen en insecten zoals rupsen en kevertjes. Deze zoekt de matkop tussen het dode en rottende hout in zijn leefgebied.
Zang en roep van de matkop
Roep
De roepjes van een matkop lijken op die van andere mezen, maar klinken nasaler en zijn wat trager. De contactroep is een kenmerkend iets dalend en nasaal pèèh. Deze wordt vaak vooraf gegaan door 1 tot 2 korte hoge nootjes. Het klinkt zoals: tsi-tsi pèèèh pèèèh pèèèh.
Zang
Vaak bestaat de zang uit een 3 tot 5 maal dalende en weemoedige toon. Het klinkt zoals: tsiiuw tsiiuw tsiiuw tsiiuw tsiiuw.
Weetjes over de matkop
- Classificatie: Poecile (geslacht) – Echte mezen (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse).
- De matkop maakt zijn nest in holtes van vooral rottende bomen. Het hout is hierdoor zachter en daardoor kan de matkop zijn nest nog aanpassen zoals deze het wil hebben. Bomen zoals de berk en dennen hebben zijn voorkeur.
- De matkop verzorgt een legsel per jaar.
- In vergelijking met andere mezen hebben matkoppen een groot territorium. De grootte daarvan bedraagt ongeveer 7 tot 8 hectare.