Kramsvogel (Turdus pilaris)

Op de Veluwezoom komt de kramsvogel niet als broedvogel voor, maar als wintergast en doortrekker. Net als de merel, lijsters en de koperwiek behoren kramsvogels tot de lijster familie. De bij ons aanwezige kramsvogels komen vooral uit Scandinavië en houden zich vooral langs de IJssel op. Kramsvogels hebben een grijzige kop en het bovendek van de veren is bruin. De borst heeft een oranjegele uitstraling en is voorzien van donkere tekeningen. Met een grootte van gemiddeld 24 cm is de kramsvogel bijna net zo groot als een merel.

Leefomgeving van de kramsvogel

Op de Veluwezoom komen de kramsvogels hoofdzakelijk voor langs de IJssel in de buurt van weilanden, boomgaarden en plekken waar vruchten te vinden zijn.

Wat eet de kramsvogel?

Het voedsel van de kramsvogel bestaat uit vruchten, gevallen fruit in boomgaarden, maar ook regenwormen en insecten.

Zang en roep van de kramsvogel

Roep
De contactroep bestaat uit een snel sjakakakakaka. Bij gevaar laat de kramsvogel een ratel horen die lijkt op trrrr trrrr en dan in series van 2 tot 4 keer.

Zang
De zang van kramsvogels lijkt een beetje op een trage zang van boerenzwaluwen. Dit met een sjakker roep erin verwerkt.

Weetjes over de kramsvogel

• Classificatie: Turdus (geslacht) – Lijsters (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse)
• De najaarstrek van kramsvogels komt laat op gang. Het speerpunt ligt van medio oktober tot midden november.
• De voorjaarstrek vindt plaats tussen midden februari en midden april.
• Kramsvogels verzorgen per jaar meestal twee legsels.