Bosuil (Strix aluco)
De bosuil heeft een lengte van ongeveer 38 cm en is daarmee iets groter dan een duif. Bosuilen zijn standvogels en blijven het hele jaar hier en hebben een voorkeur voor oudere bossen. Echter ook in parken en grote tuinen kan je ze verwachten. Ze zijn zelfs erg trouw aan hun broedplek en volledig monogaam. Het mannetje en vrouwtje blijven hun hele leven bij elkaar in hetzelfde territorium. Hierdoor leren ze het gebied tot in de details kennen, wat helpt om te overleven. Bosuilen hebben een gedrongen bouw en hun verenkleed varieert van grijs tot roodbruin gecombineerd met een strepen- of vlekkenpatroon. De kop is rond zonder oorpluimen. De roep van de bosuil laat een schel Kewik horen. De baltszang van de bosuil is zoals wij van een uil verwachten en klinkt als hoe-hoe-hoe, gecombineerd met trillend oe-oe-oe-oe.
De prooien van een bosuil variëren van regenwormen tot muizen, vogels en konijnen. Voor het maken van hun nest zoeken bosuilen holle bomen uit.
- Classificatie: Strix (geslacht) – Uilen (familie) – Uilachtigen (orde) – vogels (klasse).