Gele dovenetel

Gele dovenetel (Lamium galeobdolon)

Gele dovenetel (Lamium galeobdolon)

Herkenning: de bovenlip van de bloem is helmvormig en de onderlip heeft bruinrode vlekken – de bladeren staan kruisgewijs.
Voorkomen: komt voor in bosgebieden, struwelen en langs waterkanten.
Omschrijving:  de Gele dovenetel is een overblijvende kruidplant.
Grootte: 15 tot 60 cm.
Onder de grond:
 een wortelstok met uitlopers.
Stengel:
 de stengels zijn vierkantig.
Bladeren: wintergroene bladeren, soms met witte vlekken. De onderste bladeren zijn  langgesteeld en rondachtig tot langwerpig. De bovenste balderen hebben geen of een korte steel en zijn eirond tot langwerpig. De bladrand is gekarteld/gezaagd.
Bloemen: de bloemen zijn geel van kleur en zijn 1,5 tot 2,5 cm groot. De bloemen vormen een schijnkrans en de de bovenlip van de bloem is helmvormig en de onderlip heeft bruinrode vlekken. De bruinrode vlekken op de onderlip zijn het ‘lokbeeld’ voor bestuivende insecten.
Bloeiperiode: april t/m juni.
Voortplanting: tweeslachtig – de zaden leven korter dan een jaar zijn splitvruchten.
Bijzonderheden: De bladeren van de dovenetel lijken op die van de brandnetel. Hier komt het naamdeel ‘netel’ vandaan. De bladeren van de dovenetel hebben echter geen brandharen. De bruinrode vlekken op de onderlip zijn het ‘lokbeeld’ voor bestuivende insecten.

Classificatie: Lamium (geslacht) – Lipbloemen (familie) – Nieuwe tweezaadlobbigen (clade) – Bedektzadigen (clade) – Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (Rijk).

 

Gele dovenetel (Lamium galeobdolon)