Wantsen

Zuringwants

Zuringwants

Wantsen (onderorde Heteroptera)

Qua classificatie worden wantsen ingedeeld in de onderorde Heteroptera en net als de cicaden en plantenluizen vallen ze onder de orde Hemiptera. Dit betekent dat deze  drie groepen nauw aan elkaar verwant zijn. Er zijn ook wetenschappers die denken dat de cicaden van de wantsen afstemmen. Mocht dit zo zijn dan zou dat tot een andere classificatie leiden.

Wereldwijd komen er tienduizenden soorten voor, waarvan ruim 600 in Nederland. Je kan wantsen tegenkomen op vele plekken op het land, maar ook in zoet en brak water.

Wantsen zijn over het algemeen kleine insecten die m.b.t. de  vorm sterk kunnen variëren. De meeste soorten worden niet groter dan 1 cm en ze komen in ronde, naaldachtige en andere vormen voor. Ook de kleuren kunnen sterk verschillen. Zo zijn er wantsen met camouflage-achtige kleuren en soorten die erg opvallen door hun felle kleuren. Afhankelijk van de soort eten wantsen plantaardig of dierlijk voedsel. Kenmerkend voor wantsen is hun zuigsnuit waarmee ze hun voedsel opzuigen. Veel wantsen hebben twee paar vleugels, maar er bestaan ook vleugelloze wantsen. Daarnaast hebben de meeste wantsen ook geurklieren waarmee ze een stinkende geur mee kunnen verspreiden. Deze dient als afschrikking voor vijanden, maar ze kunnen er ook andere insecten door verlammen.

Wantsen kennen een onvolledige gedaanteverwisseling, wat betekent dat ze geen larve en verpoppingsfase kennen. De jonge wantsen lijken al best veel op de volwassen wantsen, maar ze hebben dan nog geen vleugels. Gedurende hun groei naar volwassenheid  ondergaan ze een aantal vervellingen tot ze hun imago fase (volwassenheidsfase) bereikt hebben.

Classificatie: Wantsen (onderorde) – Hemiptera (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).

Roodpootschildwants (Pentatoma rufipes)

Roodpootschildwants (Pentatoma rufipes)

De roodpootschildwants heeft een lengte van 12 tot 15 mm en komt in Nederland en op de Veluwezoom algemeen voor. De wants heeft een donkere kleur met de kenmerkende brede wantsen schouders. Kenmerkend zijn de oranjerood tot roodbruine poten en de gele tot roodachtige punt op het schild. De biotopen van de roodpootschildwants zijn gebieden waar struiken en bomen te vinden zijn, vooral de eik. Daar eten ze van de sappen. De volwassen wants (imago) leeft van juni t/m november. De soort overwintert als larve, terwijl bijvoorbeeld de boomwantsen als imago overwinteren.

Classificatie: Pentatoma (geslacht) – Schildwantsen (familie) – Wantsen (onderorde) – Snavelinsecten (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).