Schorpioenvliegen

Schorpioenvlieg-Gewone schorpioenvlieg

Gewone schorpioenvlieg

Schorpioenvliegen (familie Panorpidae – orde Mecoptera)

Schorpioenvliegen behoren, evolutionair gezien,  tot de oudste insectenordes die een volledige gedaantewisseling ondergaan. Over de gehele wereld komen zo’n 500 soorten voor, waarvan vijf in  Nederland. Schorpioenvliegen kunnen 1 tot 3 cm groot worden, dit afhankelijk van de soort. Je komt de schorpioenvlieg op de Veluwezoom tegen tussen de vegetatie in bossen en struwelen, bij voorkeur op schaduwrijke en wat vochtige plekken.

De mannetjes schorpioenvliegen bezitten een omhoog gekruld tangvormig orgaan aan hun achterlijf, wat lijkt op de staart van een schorpioen. Dit tangvormig orgaan gebruikt het mannetje om het vrouwtje vast te pakken tijdens de paring en is verder ongevaarlijk. Voordat de paring begint, verleidt het mannetje het vrouwtje door haar een insect aan te bieden. De larven van schorpioenvliegen lijken wel wat op rupsen, maar dan met veel meet buikpoten.  Schorpioenvliegen eten levende en dode insecten, dit aangevuld met plantaardig voedsel, waaronder vruchten. Voor de insecten zoeken ze met regelmaat een spinnenweb op waar de (meestal) dode prooi van de spin opeten. Door een afscheiding uit hun darm komen ze niet vast te zitten in het spinnenweb.

In Nederland komen de volgende vijf soorten schorpioenvliegen voor: gewone schorpioenvlieg, weideschorpioenvlieg, bergschorpioenvlieg, roodkopschorpioenvlieg en de Duitse Schorpioenvlieg.

Classificatie: Schorpioenvliegen (familie) – Schorpioenvliegen (orde) – Insecten (klasse) – Geleedpotigen (stam) – Dieren (rijk).

Schorpioenvlieg-Gewone schorpioenvlieg

Gewone schorpioenvlieg

Schorpioenvlieg (familie Panorpidae)