Zomereik (Quercus robur)
Net als de wintereik is de zomereik een inheemse soort, oftewel een soort die van oorsprong thuishoort in onze klimaatzone. De zomereik is een boom die zeer oud kan worden. Er zijn individuele bomen bekend die en leeftijd van ruim 1.500 jaar hebben bereikt. Hij kan doorgroeien tot een hoogte van ruim 30 meter. De zomereik behoort tot de napjesdragers en is tweeslachtig met zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De bloei vindt plaats in april en mei. Zomereiken kunnen groeien op verschillende soorten bodem. Dit kan variëren van vochtig tot droog en voedselarm tot voedselrijk. Dat is ook een belangrijke reden dat de zomereik in bijna heel Nederland voorkomt.
De eikels van de zomereik zitten aan langere steeltjes, bij de wintereik zitten de eikels niet of kort gesteeld bevestigd. De eikels worden door veel verschillende dieren gegeten. Voorbeelden zijn: het wilde zwijn, muizen, eekhoorn en vlaamse gaai. Het blad van de zomereik lijkt veel op de wintereik. Bij de zomereik is het bladsteeltje echter kort (2 tot 8 mm). en bij de wintereik lang (10 tot 30 mm).
Weetjes over de zomereik
- Net zoals andere bomen leeft de zomereik in symbiose samen met schimmels. Een voorbeeld hiervan is de eikenboleet.
- Vroeger gebruikte men vaak eikenbomen als hakhout. Eikenstammen werden dan om de zoveel jaar gehakt en men liet het daarna weer aangroeien.
- Zomereiken werden vroeger, als bliksemafleider, bij boerderijen geplaatst.
- Vondsten van fossiele stuifmeelkorrels en boomstammen hebben aangetoond dat er al 8.000 jaar geleden zomer- en of wintereiken in ons land voorkwamen.
- Het Vliegend hert is een van de vele organismen die in en op de zomer- en wintereik leeft.
- Classificatie: Quercus (geslacht) - Napjesdragers (familie) Nieuwe tweezaadlobbigen (clade)– Bedektzadigen (clade) –Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (rijk).