Amerikaanse eik (Quercus rubra)
De Amerikaanse eik is geen inheemse soort. Deze, oorspronkelijk uit Noord-Amerika afstammende eik is vanaf 1825 aangeplant in de Nederlandse bossen en op vele andere locaties. De Amerikaanse eik groeit ook goed op wat armere en enigszins zuren bodem. Daar groeit hij zelfs sneller dan de zomer- en wintereik. De kwaliteit van het hout is echter minder qua duurzaamheid. De Amerikaanse eik wordt een stuk minder oud dan onze inheemse eiken. De maximale leeftijd ligt ongeveer rond de 200 jaar. Een Amerikaanse eik kan ongeveer 35 meter hoog worden. De bladeren zijn kenmerkend met hun vier tot vijf getande lobben. Een blad kan wel tot 20 cm lang worden. De eikels van de Amerikaanse eik zijn roodbruin tot donker van kleur en voorzien van een scherpe punt. Net zoals bij de eikels van de zomer- en wintereik worden de eikels van de Amerikaanse eik door veel dieren gegeten. Voorbeelden zijn: muizen, wilde zwijnen, Vlaamse gaai, eekhoorn, herten en kraaien.
Weetjes over de Amerikaanse eik
- Omdat de Amerikaanse eik geen inheemse soort is en pas een klein 200 jaar hier voorkomt, heeft deze een veel mindere samenhang en symbiose opgebouwd met de omliggende natuur. Hierdoor komen op de Amerikaanse eik veel minder insecten en andere organismen voor dan op de zomer- en wintereik en andere inheemse bomen.
- Steeds meer beheerders van natuurgebieden geven de voorkeur aan inheemse bomensoorten en weren steeds vaker bomen zoals de Amerikaanse eik.
- Classificatie: Quercus (geslacht) - Napjesdragers (familie) Nieuwe tweezaadlobbigen (clade)– Bedektzadigen (clade) –Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (rijk).