Algemene informatie over bomen en struiken

Oude eik

Oude eik

Wat is een boom en wat is een struik?

Er bestaan nogal wat verschillende definities over wat nu precies een boom of een struik is. Uiteindelijk zijn het beide planten in een bepaalde groeivorm.

Een boom zou je kunnen omschrijven als een plant die meerjarig is en meestal is voorzien van een enkele houtige stam. De hoogte van een boom is hoger dan 4 tot 6 meter en heeft aan de bovenzijde een kroon die is samengesteld uit takken.

Een struik is ook een meerjarige plant die niet een enkele stam heeft, maar zich al direct vanaf (of al in) de grond vertakt in meerdere houtige stammen/takken. Stuiken kunnen, vanwege het ontbreken van de enkele stam, niet zo hoog worden als bomen. Het hoogtebereik van struiken ligt tussen de 1 en 5 meter.

Je spreekt van loofbomen als de bomen in de herfst hun bladeren verliezen. Uiteraard zijn hier ook weer uitzonderingen op. Zo behoudt de hulst wel zijn blad, en is toch een loofboom. De hulst is wel de enige loofboom in Nederland die het hele jaar groen blijft. Een naaldboom heeft geen bladeren, maar naalden of naaldvormige structuren zoals de conifeer. De meeste naaldbomen verliezen/vervangen hun naalden gedurende het hele jaar. Er zijn ook naaldbomen die in de herfst hun naalden verliezen, zoals de larix.

Wat is de functie van wortels bij bomen en struiken?

Wortels zijn de basis van de boom en hebben 3 belangrijke functies:

  • Het opnemen van water en voedingsstoffen uit de grond. In het water dat de boom, via zijn wortelstelsel uit de grond ophaalt, zitten opgeloste mineralen. Deze mineralen zijn de voedingsstoffen voor de boom. Het water zelf transporteert de boom, via een uitgekiend kanalenstelsel naar zijn stam, takken en  bladeren/naalden toe. Het water is enerzijds belangrijk voor de groei van de boom zelf en daarnaast is water een belangrijke component voor het fotosynthese proces dat in het bladgroen van de bladeren plaatsvindt.
  • Verankering van de boom is een tweede functie. Het wortelstelsel geeft stabiliteit aan de boom en zorgt ervoor dat deze niet direct omwaait bij een beetje wind.
  • De derde functie is het opslaan van voedingsstoffen voor tijden als er minder voedsel beschikbaar is.

Wortelstelsel van een boom

Waarom verliezen loofbomen hun bladeren in de herfst?

Ieder jaar in de herfst worden wij er weer mee geconfronteerd. Na een vaak mooie verkleuring van de bladeren, verliezen de loofbomen in september/oktober hun bladeren. Het is niet voor niets dat de bomen dit doen net voor de winter. Gedurende koude periodes, waarbij het vaak ook nog kan vriezen is het voor de wortels moeilijker om water op te nemen. Zoals in bovengenoemd hoofdstuk omschreven, wordt het water via kanaaltjes naar de bladeren getransporteerd. De bladeren gebruiken het water voor zijn groei en de fotosynthese en wordt daar ook weer verdamp en aan de omgeving teruggegeven via de huidmondjes die in de bladeren zitten. Door zijn bladeren te laten vallen, kan er geen verdamping via de bladeren meer plaatsvinden. Hiermee beschermt de boom zichzelf tegen uitdroging. In het voorjaar, wanneer het weer gemakkelijker wordt om water via de wortels op te nemen en er weer meer zonlicht is voor het fotosynthese proces vormt de boom weer nieuwe bladeren.

Het proces dat de bladeren gaan vallen wordt gestuurd door hormonen die instructies geven dat er een kurklaagje gevormd gaat worden tussen de tak en het bladsteeltje. Hierdoor komt het blad wat los te zitten van de tak en een beetje wind doet de rest.

Waarom verkleuren de bladeren van loofbomen in de herfst?

Gedurende het groeiseizoen zijn de balderen groen. Dit komt door het bladgroen (chlorofyl) dat in de bladeren zit. Omdat de boom in de herfst zijn bladeren gaat laten vallen, trekt deze eerst het bladgroen (chlorofyl) terug uit de bladeren, want dat zijn waardevolle stoffen voor de boom. Hierdoor verdwijnt de groene kleur en komen andere kleuren daarvoor in de plaats. 

Bos-in-herftskleuren

Bos-in-herftskleuren

Doorsnede van een boomstam

Doorsnede van een boomstam

 

In bovenstaande doorsnede staan de houtlagen van een boomstam weergegeven. Hieronder een korte toelichting over de inhoud daarvan.

  1. Kernhout: dit is het oudste deel van het hout. In dit deel van het hout vindt geen watertransport naar boven plaats. De belangrijkste functie van het kernhout is zorgen voor stevigheid van de boom. Uiteindelijk kan kernhout verrotten, waardoor er een holte in de boom ontstaat.
  2. Spinthout: dit is het jongere houtdeel van de boom. Via het spinthout vindt, via kleine kanaaltjes, het watertransport met de voedingsstoffen naar boven toe plaats. Het spinthout is lichter van kleur dan het kernhout.
  3. Cambium: de cambium laag is een dunne laag waarin nieuw hot wordt gemaakt. Dit enerzijds naar binnen toe, waar ieder jaar een nieuwe ring met houtcellen wordt gemaakt (jaarring). Anderzijds naar de buitenkant toe, waar een aanvullende dunne laag bastcellen wordt gevormd.
  4. Bast: de door het bladgroen en fotosynthese geproduceerde glucose (suikers) wordt via de bast naar de wortels beneden vervoerd. Dit ten behoeve van de voeding van de boom en als reserveopslag. 
  5. Schors: De schors schermt de boom af tegen de buitenwereld, dit als bescherming.