Johan Willem Frederik van Spaen
Als we het hebben over landgoed Beekhuizen dan hebben we het ook over Johan Willem Frederik van Spaen (1746-1827). Hij was namelijk de grondlegger van dit mooie landgoed. Zijn familie had destijds het eigendom van het landgoed Biljoen en hebben vanuit die positie de percelen grond bij Beekhuizen erbij gekocht. In die tijd was het nog geen bos en park zoals het nu is. Het gebied bestond uit woeste gronden met vooral veel zandgronden en heidegebieden. Daarnaast was er ook een eiken akkermaalsbos aanwezig dat door de geërfden werd gebruikt voor het verkrijgen van hakhout. Deze woeste gebieden zijn ontstaan gedurende de middeleeuwen. Door de steeds groter wordende bevolking was er in dien tijd ook meer behoefte aan akkergrond en hout ten behoeve van de woning- en scheepsbouw. Hierdoor is praktisch al het bos weggekapt en bleven uiteindelijk de woeste gronden over.
Inspiratie voor zijn grote droom
Zoals gebruikelijk was bij de welgestelden uit 18e eeuw maakt J.W.F. van Spaen, na zijn studietijd, een grote reis door Europa. De reis begon in mei 1769 en duurde tot september 1770. Tijdens deze reis door landen zoals Duitsland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk werden door hem culturele centra, hoven en vorsten bezocht. Hierdoor heeft J.W.F. van Spaen vele indrukken opgedaan, zoals op het gebied van architectuur, landschappen en tuinen. Deze ervaringen heeft hij uiteindelijk omgezet in een ‘droom’ om van het woeste gebied dat zijn vader had gekocht om te ‘toveren’ in een idyllisch landgoed. In tegenstelling tot de strakke barokachtige tuinen die in die tijd bij landgoederen in de mode waren, borduurde J.W.F. van Spaen voort op een nieuwe trend. Deze nieuwe trend bestond eruit om landgoederen in te richten vanuit het motto ‘terug naar de natuur’, wat het ideaal was van de Franse filosoof Jean Jacques Rousseau. Dit resulteerde uiteindelijke in tuinen en parken met natuurlijke contouren en waarbij het doel was de echte natuur te overtreffen.
In 1776 werd gestart met de aanleg van het park, waarbij de buitenkant van het gebied het parkachtige karakter kreeg. De meer naar binnen gelegen gebieden werden aangeplant ten behoeve van commerciële bosbouw. Met deze aanpak was van Spaen trendsetter voor zijn tijd.
Opbouw van het park/landgoed
In augustus 1790 wordt zijn droom werkelijkheid en word het park geopend. Het hoogtepunt van het park was een hoge waterval, de ‘Grote Cascade’. In de jaren daarna zijn er steeds meer elementen en attracties aan het landschapspark toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn de Hermitage, de Salon, vijvers en bruggetjes. Op diverse locaties in het park had Van Spaen bordjes laten plaatsen met dichtregels erop. Deze teksten waren meestal in het Frans, soms in het Latijns en heel soms in het Nederlands. De inspiratie voor deze teksten had hij opgedaan tijdens zijn grote reis in het buitenland. Veel van de attracties zijn in de loop der tijd verdwenen. Zo had de Grote Cascade een levensduur van ongeveer 40 jaar. De nog steeds in het park aanwezig zijnde heuvels de Keijenberg, de Ossenberg en de Kamerdalse berg werden als uitzichtpunt gebruikt. De bezoekers van zijn park waren over het algemeen welgestelde lieden. Dit vanwege het gegeven dat reizen in die tijd duur en tijdrovend was.
Uiteindelijk heeft Johan Willem Frederik van Spaen ruim 50 jaar van zijn leven gespendeerd aan het verwezenlijken van zijn ‘Beekhuizer droom’.
Bron: deels uit boek 'Kasteel Biljoen en daar rondom' van H. Kerkkamp.