Ranonkelfamilie (Ranunculaceae)

In de Benelux kent de ranonkelfamilie ongeveer 50 verschillende soorten, waarvan de meeste kruidachtig zijn. Binnen deze familie bestaan er veel verschillen in de opbouw van de bloemen, waarbij de bloeiwijze en de rest van de plant vaak in elkaar overlopen. De tweezijdig symmetrische bloemen uit de ranonkelfamilie hebben vaak een spoor. Daarnaast zijn er straalsgewijs symmetrische bloemen met een kelk en een kroon, maar ook planten met alleen bloemdekbladen die op een kroonblad lijken. Binnen de ranonkelfamilie is het vruchtbeginsel bovenstandig en het aantal stampers variabel.

De enkelvoudige bladeren zijn vaak ingesneden of handvormig. Meestal bestaat het blad uit drie delen, waarbij de buitenste delen het breedst en het diepst ingesneden zijn.

Plantkenmerken: de bladeren staan meestal verspreid en zijn meestal gelobd/gespleten of gedeeld.
Bloemkenmerken: de bloemen zijn tweezijdig of meerzijdig symmetrisch en komen in vele vormen en kleuren voor.
Geslachtskenmerken: planten uit de ranonkelfamilie hebben meerdere vrijstaande vruchtbeginsels ook wel vruchtbladeren genoemd. Het aantal meeldraden is meer dan 12, behalve bij de muizenstaart, die heeft er 5 tot 10.

Classificatie: Ranonkel (familie) – Nieuwe tweezaadlobbigen (clade) – Bedektzadigen (clade) – Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (Rijk).