Balsemienfamilie (Balsaminaceae)
De planten uit de balsemienfamilie zijn kruiden die in Nederland vertegenwoordigd worden door het geslacht springzaad. Veel mensen kennen dit springzaad aan het wegschieten van het zaad. Dit wegschieten van het zaad is voor de plant van belang om zich zo goed mogelijk te kunnen verspreiden en dat daardoor nakomelingen een goede kans krijgen. In Nederland komen de soorten klein springzaad, groot springzaad, oranje springzaad en de reuzebalsemien voor.
Plantkenmerken: de enkelvoudige bladeren staan verspreid, tegenoverstaand of in kransen. Er is geen sprake van steunblaadjes.
Bloem- en geslachtskenmerken: de bloemen zijn tweeslachtig en tweezijdig symmetrisch. Er zijn drie kelkbladeren aanwezig en vijf kroonbladeren die ongelijk van vorm en grootte zijn. Het onderste kelkblad is voorzien van een spoor, is groot en lijkt op een kroonblad. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, vijf-hokkig met een vijf lobbige zittende stempel.
Vrucht: de vrucht bestaat uit een openspringende doosvrucht.
Classificatie: Balsemien (familie) – Nieuwe tweezaadlobbigen (clade) – Bedektzadigen (clade) – Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (Rijk).