Spreeuw (Sturnus vulgaris)
Wie kent niet die prachtige wolken van duizenden spreeuwen die, al zwenkend, de mooiste wolkbewegingen in de lucht maken? Dit doen ze vaak vlak voordat ze hun gezamenlijke slaapplaats opzoeken. Een spreeuw kan ruim 20 cm groot worden.
Leefomgeving van de spreeuw
Spreeuwen komen in veel verschillende omgevingen voor. Belangrijk daarbij is dat er holten aanwezig zijn om in te kunnen nestelen. Zo gebruiken ze in de buurt van bebouwing vaak ruimtes onder dakpannen voor hun nest. Een verlaten spechtenhol in een boom is echter ook een prima plek voor een spreeuwennest.
Wat eet de spreeuw?
Spreeuwen foerageren vaak op graslanden en akkers waar ze op zoek gaan naar wormen, emelten en andere bodemdiertjes. Daarnaast eten ze ook vruchten zoals bessen en fruit.
Zang en roep van de spreeuw
Roep
Een veel gehoorde alarmroep is het tset of tsit. Het nestalarm van de spreeuw, klinkt weer heel anders en lijkt op het gekras van een kraai.
Zang
Spreeuwen maken lange en afwisselende zangsessies met luide en lange dalende fluittonen. Als ezelsbruggetje wordt wel de ‘suizende kogel’ genoemd. Spreeuwen laten in hun zang vaak imitaties horen.
Weetjes over de spreeuw
- Classificatie: Sturnus (geslacht) – Spreeuwen (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse).
- Een groot deel van het jaar overnachten grote groepen spreeuwen op gemeenschappelijke slaapplaatsen.
- Vooral jonge spreeuwen trekken in het najaar naar het zuidwesten of westen. In ons land arriveren dan weer grote groepen uit Noord- en Oost-Europa die hier komen overwinteren. Een deel van de spreeuwen overwintert dus bij ons.
- Spreeuwen brengen per broedseizoen 1 tot 2 legsels groot.