Koperwiek (Turdus iliacus)

Net als de kramsvogel is de koperwiek een doortrekker en wintergast. Vanaf eind september komen de eerste koperwieken bij ons binnen en ongeveer in april trekken ze weer naar het Noorden van Europa. Kenmerkend voor de koperwiek zijn de koperkleurige flanken. Dit is ook een goed determinatie kenmerk om het verschil met de kramsvogel te constateren. Met een gemiddelde grootte van 20 cm is de koperwiek iets kleiner dan de merel en kramsvogel.

Leefomgeving van de koperwiek

koperwieken komen meestal voor in agrarische gebieden waar bomen en struiken staan en waar ze hun voedsel kunnen vinden.

Wat eet de koperwiek ?

Het menu Van de koperwiek bestaat vooral uit vruchten, fruit en zaden. Daarnaast eten ze ook wormen en insecten als ze die kunnen vinden.

Zang en roep van de koperwiek

Roep
Tijdens de trek laten koperwieken vaak een hoog en scherp schriiii horen. Bij gevaarsignaal klinkt als tjèr tjèr tjèr.

Zang
De zang klinkt als een melancholische dalende zachte reeks tonen gevolgd door een reeks met zachte kwetterende tonen die wat lijken op het eind van een merelalarm.

Weetjes over de koperwiek

Classificatie: Turdus (geslacht) – Lijsters (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse).
Je treft koperwieken regelmatig in kleinere tot grote groepen aan.
De voorjaarstrek valt vaak niet op omdat ze dan vooral ’s nachts vliegen.