Bunzing ( Mustela putorius)
Net als de wezel en de hermelijn behoort de bunzing tot het geslacht Mustela. Met uitzondering van de Waddeneilanden komt de bunzing in heel Nederland voor. De bunzing is een marterachtige die vooral gedurende de nacht actief is.
Algemene informatie over de bunzing
Zonder de staart bereikt een mannetjes bunzing een maximale lengte van ongeveer 45 cm, waarbij het vrouwtje wat kleiner is. De staart van een bunzing is bij het mannetje ongeveer 16 en bij het vrouwtje 14 cm. Het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje is bij het gewicht nog groter. Zo wordt een mannetje maximaal ongeveer 1,5 kg zwaar. Een vrouwtje wordt niet zwaarder dan een kleine kg. De kleur van de vacht is op de rugzijde donkerbruin. Dit gecombineerd met een geelwitte of lichtbruine buikzijde. De witte snuit en de brede lichte strepen boven de ogen geven de bunzing een guitig aanzicht.
Leefomgeving van de bunzing
De bunzing komt in Nederland in veel verschillende landschapstypen voor. De voorkeur van de bunzing gaat wel uit naar de kleine landschapsgebieden waar voldoende schuilplaatsen en water aanwezig is.
Wat eet een bunzing?
Bunzings jagen meestal gedurende de nacht op enige afstand van hun nest. De belangrijkste prooien van een bunzing zijn: konijnen, muizen, ratten, amfibieën, reptielen, vogels en insecten. Daarbij eten zo af en toe ook vruchten van planten en bomen.
Weetjes over de bunzing
- Classificatie: Mustela (geslacht) – Marterachtigen (familie) – Roofdieren (orde) – Zoogdieren (klasse).
- Gedurende de winter verblijven bunzings regelmatig in schuren van boerderijen, waar ze dan leven van muizen en ratten.
- De bunzing gebruikt voor zijn nest meestal oude holen van konijn, vos of das. Maar ook andere plekken waar voldoende beschutting is, zoals houtwallen, komen hiervoor in aanmerking.
- Klimmen doet de bunzing niet graag.
- In het wild bedraagt de maximale leeftijd ongeveer 6 jaar. De meeste bunzings sterven echter jonger, vaak veroorzaakt door het verkeer.