Ringslang (Natrix natrix)
De ringslang is de grootste slang die in Nederland voorkomt en kan een lengte bereiken van ongeveer 1,5 meter. De bovenzijde van het geschubde lichaam is donkergrijs van kleur met een beperkte tekening. De onderzijde is geel-wit van kleur. Waar je de ringslang direct aan kan herkennen zijn de gele en zwarte vlek achter de kop. De ringslang is niet giftig en zal niet snel bijten. Bij gevaar houden ze zich vaak als dood. Ringslangen zijn zowel overdag als s’nachts actief.
Leefomgeving van de ringslang
Ringslangen zijn vrij zeldzaam en komen vooral voor in midden en Noord-Oost Nederland. Vanwege de voortplanting moet er water in de buurt zijn. Dus je kan ze aantreffen in de omgeving van meren, poeltjes, beken en moerassen.
Wat eten ringslangen?
Kikkers, padden, vissen en andere waterdieren komen op het menu voor van de ringslang. Als ze een prooi gevangen hebben, wordt die in zijn geheel naar binnen geslikt.
Weetjes over de ringslang
- Classificatie: Natrix (geslacht) – Waterslangen (familie) – Slangen (onderorde) – Schubreptielen (orde) – Reptielen (klasse)
- Ringslangen zijn actief van ongeveer februari tot november en gedurende de winter houden ze een winterslaap.
- In april/mei wordt er gepaard. De eieren worden gelegd in een hoop van bladeren of een composthoop, waar door het broei effect een juiste temperatuur wordt bereikt om de eieren uit te broeden. Het aantal eieren dat wordt gelegd is afhankelijk van de grootte van het vrouwtje. Grote vrouwtjes kunnen wel tot 100 eieren leggen, maar meestal is het legsel kleiner qua aantal.