Winterkoning (Troglodytes troglodytes)
In Nederland is de winterkoning een algemene broed- en standvogel en met zijn 9,5 cm is deze een van de kleinste vogels die in Nederland voorkomen. De rugzijde is roodbruinig van kleur en donderzijde is bruinwit met fijne streepjes. De winterkoning heeft een lichte oogstreep en kenmerkend is zijn rechtopstaande staart. De winterkoning broedt van april tot aan augustus en legt 2 legsels met ieder ongeveer 5 tot 7 eieren. In de voorbereiding op het broeden, maakt het mannetje verschillende nesten, soms wel 5 tot 8 stuks. Het vrouwtje kiest uiteindelijk het nest waarin gebroed gaat worden.
Leefomgeving van de winterkoning
De winterkoning is een bosvogel die zich ophoudt in de onder begroeiing van bomen en struiken. Ook in parken, tuinen en woonwijken komt de winterkoning voor, als er maar voldoende onder begroeiing is. In het najaar komen er ook winterkoningen vanuit Noord-Europa hier overwinteren. In maart trekken deze weer terug naar Noord-Europa.
Wat eet de winterkoning?
De winterkoning is een echte insecteneter. Veel ongewervelde dieren, zoals insecten, duizendpoten en spinnen staat op zijn menu. Dat het een insecteneter is, kan je zien aan de dunne en scherpe snavel.
Roep en zang van de winterkoning
Roep
- Contactroep: een kort tjek, meestal herhalend met pauzes
- Alarmroep: een krachtig geratel tjrrrrrrrrrrrr
Zang
De zang van de winterkoning is zeer herkenbaar. Het is een explosieve zang die luid overkomt voor zo’n kleine vogel. Hij begint dan te trillen en zoekt een hoge plek op om zijn zang te laten horen. De zang wordt wel vergeleken met een haperend aflopende wekker.
Weetjes over de winterkoning
- Classificatie: Troglodytes (geslacht) – Winterkoningen (familie) – Zangvogels (orde) – Vogels (klasse)
- De winterkoning doet zijn naam geen eer aan, want ze kunnen helemaal niet goed tegen koude. Mede door hun geringe omvang is het moeilijk om de lichaamstemperatuur op peil te houden. Dit samen met voedseltekort sterven er veel winterkoningen bij strenge vorst. Bij strenge vorst zoeken winterkoningen elkaar op om gezamenlijk, dicht tegen elkaar, te gaan slapen en elkaar zo warm te houden.