Wild zwijn

Wild zwijn (Sus scrofa)

Wild zwijn (Sus scrofa)

Wild zwijn (Sus scrofa)

De kans is best wel groot dat je op De Veluwezoom een wild zwijn tegen kan komen. Vooral in de periode dat ze biggen hebben (februari t/m mei), zijn ze continu op zoek naar voedsel en bij voedselschaarste komen ze vaak ook wat dichter in de gebieden waar ook mensen komen. Juist dan is het wel belangrijk om niet te dicht in de buurt te komen, want de ouders zullen bij dreigend gevaar altijd de biggen verdedigen.

Algemene informatie over het wild zwijn

Het wild zwijn is de voorouder van het door mensen gehouden varken en is donker van kleur met veel stug en donker haar. Daarom wordt het wild zwijn ook wel ‘zwart wild’ genoemd. De vrouwtjes worden ‘zeugen’ genoemd en het mannetje een ‘keiler’. Het mannetjes zwijn, de keiler, leeft het grootste deel van de tijd alleen en de vrouwtjes leven samen met hun biggen in groepen (rotten). De zeugen krijgen ongeveer 3 tot 9 jongen (ook wel biggen of frislingen genoemd) in het voorjaar, maar het komt steeds vaker voor dat ze al vroeger jongen werpen of dat er een worp plaatsvindt in de zomerperiode. De zeugen hebben een gewicht van 60 tot 130 kg. en de keilers bereiken een gewicht van 80 tot 160 kg. Het wild zwijn heeft een schofthoogte van ongeveer 70 tot 95 cm. In het wild worden wilde zwijnen ongeveer negen tot 10 jaar oud, maar in gevangenschap halen ze soms wel de 30 jaar.

Leefomgeving van het wild zwijn

Het wild zwijn komt van oorsprong in het grootste deel van Europa voor en in Nederland is het Wild zwijn te vinden op de Veluwe, de Veluwezoom, Limburg, Twente en het Rijk van Nijmegen. Het leefgebied bestaat uit loof- en/of gemengde bossen, waarbij ze ook graag de randen van akkers of naastliggende bebouwing bezoeken . Op hun zoektocht naar voedsel kan een wild zwijn dan veel grond om woelen en soms ook schade aanrichten.

Wat eet het wild zwijn?

Het wild zwijn is een alleseter (omnivoor). Dit betekent dat zij bijna alles eten wat voor hun neus komt. denk hierbij aan: wortels, vruchten, grassen, kruiden, eikels, kastanjes, wormen en soms een knaagdier. Door het eten van de vele eikels krijgen zwijnen vaak last van het hoge zuurgehalte dat in de eikels zit. Hierdoor gaan ze op zoek naar eiwitrijk voedsel zoals emelten en andere larven. Dit compenseert het zuurgehalte in hun maag. De omgewoelde bodem die je vaak ziet naast fietspaden of andere plekken in het bos is een zichtbaar resultaat van deze acties.

Weetjes over het wild zwijn

  • Classificatie: Sus (geslacht) – Varkens (familie) – Evenhoevigen (orde) – Zoogdieren (klasse)
  • Wilde zwijnen hebben last van parasieten in hun vacht. Ze pakken dit aan door regelmatig een modderbad te nemen. Nadat de modder is opgedroogd, schuren ze hun vacht meestal tegen een boom, waardoor het zwijn de modder en de daarin zittende parasieten kwijtraakt.
  • Net als de hertachtigen is het wild zwijn evenhoevig. Zij hebben dus ook een even aantal tenen, waarbij de hoeven aan de middelste twee tenen zitten.
Wilde zwijnen die een modderbad nemen.

Wilde zwijnen die een modderbad nemen.

Wilde zwijnen die de opgedroogde modder en de daarin zittende parasieten afschuren.

Wilde zwijnen die de opgedroogde modder en de daarin zittende parasieten afschuren.

 

zoogdieren