Zanglijster

Zanglijster (Turdus philomelos)

Zanglijster

Zanglijster (Turdus philomelos)

De zanglijster heeft dezelfde grootte als een merel, ongeveer 25 cm. De zanglijster heeft een bruine bovenzijde en de borst en de zijkanten zijn geelbruin. Daarbij zijn de keel en de buik wit voorzien van pijlpuntige zwarte vlekken. Bij de grote lijster zijn de vlekken ronder. De zanglijster is in Nederland een algemene broedvogel.

Leefomgeving van de zanglijster

De zanglijster komen we tegen in de bossen, parken en woonwijken die wat dichter begroeid zijn met bomen en struiken. Gedurende de winter zie je de zanglijster meer in de parken en woonwijken dan in de bossen.

Wat eet de zanglijster?

 Wormen en vooral slakken staan voor op het menu van de zanglijster. De slakken slaat hij met de snavel kapot op een steen, die telkens opnieuw voor dit doel wordt gebuikt. Deze plek, waar vaak veel kapotte slakkenhuizen te zien zijn, wordt ook wel een ‘lijstersmidse’ genoemd. Naast wormen en slakken eet de zanglijster ook insecten, duizendpoten en pissebedden. In het najaar vult de zanglijster zijn dieet aan in de vorm van bessen en andere vruchten van bomen en struiken.

Zang en roep van de zanglijster

Al in februari begint de zanglijster te zingen. Zingende zanglijsters laten daarbij zowel veel herhaling als variatie horen. Vanwege het broeden is de zang vanaf april een stuk minder, waarbij er vanaf eind mei tot begin juli weer een opleving is als voorbereiding op een tweede broedsel. Je ziet een zanglijster bijna nooit vanaf de grond zingen, meestal zingen ze, goed zichtbaar, vanaf een hoge zangpost. Al een uur voor zonsopkomst begint de zanglijster met zijn ochtendzang. Daarnaast zingen ze in korte sessies overdag en laten in de avondschemering weer een opleving zien.

Roep
  • In de vlucht en s’nachts tijdens de trek: een onopvallend (zeer kort en hoog) tsip
  • Bij alarm: een nat pitsjisjup of een langer tjèrèrèrèt
Zang

kenmerkend voor de zang van de zanglijster is de variatie die gecombineerd wordt met een aantal herkenbare herhalingen. Het aantal herhalingen ligt meestal tussen de 2 en 4 en soms 5 tot 6 maal. De herhalingen zijn vaak opgebouwd uit 2 tot 3 lettergrepen. Een ezelsbruggetje voor herkenning zijn hierbij kindernamen zoals Pietje, Sofietje en Lodewiek. De strofen duren gemiddeld 1,5 tot 2,5 seconden en de zanglijster schakelt na de strofe bijna direct over op een nieuwe strofe. Hierdoor kan je spreken van continuzang. Later in het seizoen worden de pauzes tussen de strofen wel wat langer. 

Weetjes over de zanglijster

  • Classificatie: Turdus (geslacht) – Lijsters (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse)
  • Je kunt beter geen chemische slakken bestrijdingsmiddelen gebruiken, want dat schaadt de zanglijster ook.
  • De grote lijster en de zanglijster kan je goed onderscheiden d.m.v. de zang, want de groter lijster zingt minder mooi en uitbundig.

Drinkende zanglijster (Turdus philomelos)