Torenvalk

Torenvalk (Falco tinnunculus)

Torenvalk-duo-(Falco-tinnunculus)

De torenvalk heeft met zijn lengte van ongeveer 34 cm de grootte van een duif. Het hele jaar door kan je de torenvalk tegenkomen en het aantal broedparen op de Veluwezoom varieert jaarlijks, maar ligt tussen de 20 en 40 broedparen. De torenvalk heeft een roodbruine rug met spitse vleugels. De landschapsgebieden waarin de torenvalk leeft zijn heel divers. Open agrarische landschappen, heidevelden, moerasgebieden en bermen binnen en rondom stedelijke gebieden zijn allemaal locaties waar de torenvalk voorkomt.

De prooien van de torenvalk zijn ook divers, echter wel met een voorkeur voor muizen. Muizen en in het bijzonder veldmuizen maken ongeveer 80% van zijn menu uit en dat zijn er ongeveer zes per dag. Daarnaast eet de torenvalk ook libellen, grotere kevers, andere grotere insecten, kleine reptielen en amfibieën en kleine vogels. Kenmerken voor de torenvalk is zijn biddende houding als hij aan het jagen is. Tegen de wind in hangt de torenvalk dan in de lucht en speurt naar prooi. De prooi wordt bijna altijd op de grond aangeslagen. Niet iedere poging om prooi te slaan is raak. In ongeveer 20% van de pogingen is de torenvalk succesvol. Naast het bidden speurt de torenvalk ook vanaf hogere plekken (paaltjes en bomen) naar prooi. Hiermee bespaart hij dan energie. In Nederland komen ruim 6.000 broedparen voor, waarbij het totale aantal torenvalken rond de 20.000 individuen wordt geschat.

  • Classificatie: Falco (geslacht) – valkachtigen (familie) – Falconiformes (orde) – vogels (klasse).

Torenvalk-in-de-vlucht-(Falco-tinnunculus)

Torenvalk-op-rots-(Falco-tinnunculus)