Sijs

Sijs (Spinus spinus)

Sijs (Spinus spinus)

De sijs wordt vaak opgemaakt door zijn zang, alleen of in groepen. Het is een standvogel die het hele jaar op de Veluwezoom voorkomt. Gedurende de winter komen er ook trekvogels vanuit het noordoosten naar ons toe. Het mannetje heeft een geelgroene kleur met een zwarte kruin. Het vrouwtje is grijsgroen gekleurd en is  gestreept. De sijs valt onder de familie van vinkachtigen en heeft een grootte van 11 tot 12 cm.

Leefomgeving van de sijs

Gedurende het broedseizoen verblijft de sijs in bosgebieden met naaldbomen gecombineerd met loofbomen zoals de berk. Gedurende de herfst en winter verspreiden ze zich ook naar woongebieden en landgoederen waar bomen zoals berk, els larix en fijnspar aanwezig zijn.

Wat eet de sijs?

De sijs is een echte zaadeter van bomen zoals berken, sparren en dennen. Daarnaast doen ze zich ook vaak tegoed aan de zaden van de els.

Zang en roep van de sijs

Roep
De contactroepen bestaan uit een stijgend tlulie en een dalend tiluu. Deze contactroepen worden vaak afgewisseld met een kort titititi.

Zang
De zang gaat in de richting van continuzang met zangstrofen van wel 10 seconden. Sijzen zingen ook vaak in groepsverband.

Weetjes over de sijs

  • Classificatie: Spinus (geslacht) – vinkachtigen (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse).
  • Sijzen brengen een tot twee legsels groot, mede afhankelijk van de hoeveelheid voedsel dat beschikbaar is.

Sijs (Spinus spinus)