Ringmus (Passer montanus)
Qua uiterlijk lijken ringmussen veel op huismussen. Kenmerkend voor de ringmus is zijn kastanje bruine kruin, zwarte wangvlek en witte halsband. Het zijn standvogels die ook op de Veluwezoom voorkomen. Daarbij vindt er in de herfst doortrek plaats van soorten komend uit het noordoosten.
Leefomgeving van de ringmus
Huismussen leven vaak in de stedelijke gebieden, terwijl de ringmus meer de landelijke cq agrarische gebieden opzoekt. Je kan ze ook tegenkomen in parken en tuinen. Ringmussen vermijden open gebieden, duinen en grote stedelijke gebieden.
Wat eet de ringmus?
Ringmussen zijn echte zaadeters. Net zoals veel andere vogels voeden ze huin jongen wel met dierlijk voedsel. Dit zijn vaak rupsen en andere soorten van insecten. Ringmussen zoeken hun voedsel hoofdzakelijk op de grond.
Zang en roep van de ringmus
De ringmus zingt meestal in de directe omgeving van zijn nest. Dit om de locatie van het nest aan te geven en om een vrouwtje te lokken. Daarnaast zingen ze vaak in groepjes, net voor het broedseizoen en in de herfst.
Roep
Ringmussen gebruiken voor hun communicatie vele soorten roepjes. Enkele voorbeelden zijn: tjiliep, tèt, TSJIELoe en een ratelend tètètè… in agressieve situaties.
Zang
De zang van de ringmus herken je aan een opgewonden herhalend tjilp geroep. Dit varieert dan vaak in hoge en lage tonen en kan soms wel meer dan 10 seconden lang duren.
Weetjes over de ringmus
- Classificatie: Passer – Mussen (familie) – zangvogels (orde) – vogels (klasse).
- De ringmus brengt per jaar zo’n drie legsels groot. Hun nest maken ze vaak in een holte.
- Ringmussen paartjes blijven hun hele leven lang bij elkaar.
- Goede plekken om ringmussen te spotten zijn locaties waar gemorst wordt met graan/voer. Voorbeelden zijn: kippenrennen en voedselbakken voor vee.
