Kleine mantelmeeuw

kleine mantelmeeuw

Kleine mantelmeeuw in zomerkleed

Kleine mantelmeeuw (Larus fuscus)

De kleine mantelmeeuw is in Nederland een algemeen voorkomende meeuw die je vooral aan de kust maar ook in het binnenland aan kunt treffen. Kleine mantelmeeuwen worden ongeveer 50 tot 60 cm groot en hebben een spanwijdte van zo’n 125 cm.

Waar leeft de kleine mantelmeeuw?

Kleine mantelmeeuwen vindt je langs onze kusten, maar ook in het binnenland rondom grotere watergebieden. Broeden doen ze hoofdzakelijk op de Waddeneilanden, rondom de Zeeuwse wateren en op de Maasvlakte.

Wat eet de kleine mantelmeeuw?

De kleine mantelmeeuw eet hoofdzakelijk dierlijk voedsel, zoals visjes, schelpachtigen, eieren en kuikens. Daarnaast eten ze soms ook plantaardig voedsel zoals bessen. Tijdens de broedperiode, wanneer er veel behoefte is aan voedsel, trekken kleine mantelmeeuwen ver de zee op om te foerageren. Soms wel tot afstanden van zo’n 100 kilometer.

Hoe herken je de kleine mantelmeeuw?

Het verenkleed van de kleine mantelmeeuw is wit en voorzien van een donkergrijze rug en bovenvleugels. De poten en de snavel zijn geel van kleur, waarbij de snavel is voorzien van een rode vlek bij de snavelpunt .In het winterkleed hebben kleine mantelmeeuwen bruine strepen op de kop. Mannetjes en vrouwtjes hebben hetzelfde uiterlijk. Qua grootte is de kleine mantelmeeuw te vergelijken met de zilvermeeuw en daarmee een stuk kleiner dan de grote mantelmeeuw.

Kleine mantelmeeuwen laten een verschil zien tussen het zomerkleed en het winterkleed. Het uiterlijk van het mannetje en het vrouwtje is gelijk.

Aanwezigheid in Nederland

Rode lijst:

Broedpopulatie: 75.000-90.000 (2019)

Geschat max. winter: 500-1500 (2013-2015)

Geschat max. doortrek: 200.000-1.000.000 (2008-2012)

Bron: Sovon.nl

Vogeltrek

Broedgebieden: Nederland en kusten van West- en Noordwest Europa

Overwinteringsgebieden: kusten van West-Europa, Middellandse Zee en West-Afrika

Voorjaarstrek: maart, april en mei

Najaarstrek: half juli tot eind september

Verspreiding broedvogels van de kleine mantelmeeuw

Kleine mantelmeeuw-broedvogels

Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.

Bron: Sovon.nl

Verspreiding niet broedvogels van de kleine mantelmeeuw

Kleine mantelmeeuw-niet broedvogels

Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal individuen gegeven.

Bron: Sovon.nl

Wanneer komt de kleine mantelmeeuw het meest bij ons voor?

Kleine mantelmeeuw-aanwezigheid

Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het gemiddeld aantal per maand in de laatste vijf seizoenen, met onderscheid welk deel is geteld en welk deel is bijgeschat bij onvolledige tellingen (? voor maanden met onbetrouwbare schatting).
Donker blauw = ter plaatse. Licht blauw = overvliegend.

vanaf 1987
significante toename, >5% per jaar (++, minimaal verdubbeling in 15 jaar)
laatste 12 jaar
significante toename, >5% per jaar (++, minimaal verdubbeling in 15 jaar)

Bron: Sovon.nl

Weetjes over de kleine mantelmeeuw

  1. Classificatie: Larus (geslacht) – Meeuwen (familie) – Steltloperachtigen (orde) – Vogels (klasse).
  2. In Nederland komen ongeveer 100.000 broedparen voor. Het aantal overwinteraars is beperkt, maar het aantal doortrekkers zijn vaak veelvouden van het aantal broedvogels.