Gewone pad

Gewone pad (Bufo bufo)

Gewone pad in amplexus houding

Gewone pad (Bufo bufo)

De gewone pad is een algemeen voorkomende amfibiesoort in Nederland. De huid van de gewone pad doet wrattig aan en kan variëren in verschillende kleuren. Zo komen de kleuren grijsbruin, geelbruin en roodbruin voor. De buikzijde is witachtig met een marmerachtige uitstraling. De ogen zijn koperkleurig met zwarte horizontale pupillen. In Nederland wordt de pad maximaal zo’n 11 cm lang, terwijl dat in Zuid–Europa wel 18 cm kan zijn. De mannetjes zijn daarbij kleiner dan de vrouwtjes. De gewone pad wordt in het wild ongeveer 10 jaar oud, er zijn echter voorbeelden van 25 jaar en meer bekend. De gewone pad is een vooral s’nachts actief en houd zich overdag vaak schuil onder bladeren en begroeiing.

Leefomgeving van de gewone pad

De gewone pad komt in heel Nederland voor, met uitzondering met een paar delen van Noord-Nederland. Een voorwaarde is dat er water in de buurt moet zijn om zich voort te kunnen planten, denk aan poelen, sloten, vijvers en moerasgebieden. Als aan de voorwaarde van water is voldaan kan je de gewone pad op heel veel plekken tegenkomen, zelfs in parken en tuinen. Belangrijk is wel dat er beschutting is om onder te kunnen schuilen.

Wat eet de gewone pad?

De pad leeft grotendeels op het land en leeft daar vooral van mieren, maar eet ook kevers, insecten en andere ongewervelde diertjes.

Weetjes over de pad

  • Classificatie: Bufo (geslacht) – Echte padden (familie) – Kikkers (orde) – Amfibieën (klasse).
  • Tijdens de paringstijd klampen de mannetjes zich vast aan de vrouwtjes en gaan boven op hun rug zitten. Dit noemen ze de ‘amplexus’ houding. Dit  vastklampen doen ze trouwens niet alleen bij de vrouwtjes, maar ook bij andere dieren die ze tegenkomen, zoals bij salamanders en kikkers.
  • Gewone padden hebben in verhouding weinig vijanden. Dit omdat ze onaantrekkelijk zijn om opgegeten te worden, want ze scheiden een giftige stof af via de huid.
  • De ‘paddentrek’ is de trek van de pad naar de wateren waar ze zich voort gaan planten. Bij zacht winterweer kan dit al beginnen omstreeks medio februari. Het hoogtepunt van de paddentrek ligt echter in maart en april, ook weer afhankelijk van het weer. Na de paring legt het vrouwtje ongeveer 4.000 tot 5.000 eitjes, die in een string om waterplanten en takken komen te hangen. In mei en juni vindt de ontwikkelingsfase van de uitgekomen larven plaats en omstreeks juli maken de inmiddels kleine padjes de stap vanuit het water naar het land.
Gewone pad (Bufo bufo)

Gewone pad