Gallen

Beukengalmug, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Beukengalmug, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Gallen op planten

Een gal is een woekering van een deel van de plant. Deze woekering wordt onder andere veroorzaakt door bepaalde bacteriën, schimmels en vooral door insecten. Voorbeelden van insecten die gallen veroorzaken zijn: bepaalde vliegen, galmuggen, galwespen, bepaalde bladluizen en galmijten. Zo zijn er in Nederland alleen al meer dan 300 soorten galmuggen en ruim 50 soorten galwespen. De meeste galmuggen worden niet groter dan een halve centimeter. Ze vallen dus bijna niet op. Een bekende galmug is de gewone ereprijsgalmug (Jaapiella veronicae). Je ziet ze vaak in de zomer voor verlichte ramen vliegen. Deze galmug veroorzaakt harige bolvormige galletjes die je kunt vinden aan de uiteinden van de scheuten van de gewone ereprijs.

Beukenhaargalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse soortenregister

Beukenhaargalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse soortenregister

Insecten leggen eitjes in de plant en waarschijnlijk ook een bijbehorend stofje dat de galvorm bepaald. Als reactie op dit stofje en het leggen van de eitjes begint de plant op die plek met een woekerende groei, dat uiteindelijk tot een gal leidt. De gal biedt bescherming en voedsel aan de larve die, in de gal, uit het eitje is uitgekomen.

Naast de insecten die de gallen veroorzaken, zijn er ook insecten die parasiteren op de larve in de reeds aanwezige gal. Deze insecten boren een gaatje in de gal en leggen een eitje in de reeds aanwezige larve. De larve die dan uitkomt parasiteert dan op de oorspronkelijke larve.

Er bestaan verschillende galvormen, voorbeelden zijn: inktgallen, beursgallen, blaasgallen, spiraalgallen, Knobbelgallen, hoorngallen en buidelgallen.

Gallen komen voor op veel verschillende soorten planten, zoals mossen, grassen, struiken en bomen. Planten waar in verhouding veel galsoorten op voorkomen zijn: eiken, beuken, wilgen, distels en bramen. Gallen kunnen daarbij op verschillende onderdelen van de plant voorkomen, zoals op de bladeren, de bloemen of stengels. Voor deze gallen bestaan algemene benamingen, zoals bladgal, bloemgal, stengelgal, meeldraadgal, knopgal, schorsgal en wortelgal.

Weetjes over gallen:

  1. Op zomer- en wintereiken komen vaak en veel verschillende soorten gallen voor. Dit kunnen wel meer dan 70 verschillende galsoorten zijn.
  2. Vroeger, al in de Romeinse tijd, werd uit de inktgallen op eikenbladeren inkt gemaakt. Hieraan voegde met ijzersulfaat toe.
  3. Over het algemeen heeft de plant waar de gal op groeit daar weinig last van, maar ook geen voordelen. De galvormer is eigenlijk de enige die er voordeel van heeft.
  4. Veel galwespen kennen een seksuele en aseksuele voortplanting. Deze wisselen elkaar af in verschillende generaties.
Satijnknoopgalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Gallen van Satijnknoopgalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Knoppergalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Knoppergalwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Gallen van galappelwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister

Gallen van galappelwesp, fotograaf: Hans Jonkman-Nederlandse Soortenregister