Bladeren

De functie van bladeren

Bladeren vervullen een belangrijke rol binnen het functioneren van planten, bomen en struiken. Een belangrijke functie van het blad is het laten werken van het fotosynthese proces. Daarnaast zorgen bladeren ook voor de ademhaling en het verdampen van water, wat geschiedt via de huidmondjes.

Planten zijn foto-autrotofe organismen. Dit betekent dat zij in staat zijn om uit anorganisch materiaal, met behulp van zonlicht, eigen organisch materiaal op te bouwen. Dit gebeurt met behulp van het fotosynthese proces. Hierbij worden door de chloroplasten in het blad, water, kooldioxide (CO2) en energie (zonlicht) omgezet in zuurstof en glucose (suikers). Planten staan hierdoor aan de basis van de voedselketen en dus aan het leven op aarde. Naast de chloroplasten spelen ook de huidmondjes een belangrijke rol in dit proces. Deze moeten een juiste balans zien te vinden tussen het voldoende binnenlaten van kooldioxide en de hoeveelheid vochtverlies (verdamping) beperken.

Hoe is een blad opgebouwd

Onderdelen van het blad

Onderdelen van een blad

In de basis bestaat een blad uit een bladsteel en een bladschijf, waarbij de overgang tussen bladsteel en bladschijf de bladvoet wordt genoemd. Indien er geen bladsteel aanwezig is, wordt dit een zittend blad genoemd. Soms zitten er steunblaadjes bij de voet van de bladsteel die sterk in vorm en grootte kunnen verschillen. De okselknop groeit op de plek van de bladoksel. De bladoksel is de bovenste hoek tussen de stengel en de bladsteel.

Bladnerf

Door de bladschijf loopt een centrale hoofdnerf die vertrekt vanaf de bladsteel. Vanuit de hoofdnerf vinden de vertakkingen door de zijnerven plaats die weer overgaan in nog kleinere nerven, ook wel aderen genoemd. Tussen de nerven zit het bladmoes.

bladnerf

Het oppervlak van bladeren

Bladeren kunnen aan de buitenzijde verschillende uitstralingen vertonen. Hieronder een overzicht van de mogelijkheden.

  1. Behaard oppervlak: op het oppervlak kunnen haartjes zitten die bijvoorbeeld de volgende variaties kunnen vertonen: wollig, viltig, fluweelachtig, langharig, kortharig, ruwharig en stekelig.
  2. Waslaag: voorzien van een waslaag.
  3. Stekelig: het oppervlak is voorzien van harde en stevige haren.
  4. Geschubd: de bladeren hebben schubben op het oppervlak.
  5. Gevlekt: er is een vlekkenpatroon te zien in het blad.
  6. Gewimperd: de randen zijn voorzien van haren (voorbeeld is de beuk).
  7. Papilleus: op de opperhuid zijn kleine tepelvormige verhogingen te zien.

De vormen van bladeren

Eivormig, spatelvormig, niervormig, allemaal vormen die je misschien niet verwacht bij een blad. Echter bladeren vertonen een grote diversiteit qua vormen. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende vormen.

Bladranden

Net als bij bladvormen komen bij de bladranden verschillende variëteiten voor. Hieronder een overzicht van een aantal veel voorkomende bladranden.

Het samengestelde blad

Samengestelde bladeren zijn opgebouwd uit verschillende bladdelen. Op zich lijken deze bladdelen op afzonderlijke bladeren, maar dat zijn ze niet. Ze zijn onderdeel van het samengestelde blad. Het samengestelde blad heeft alleen een bladoksel en okselknop aan het begin van de steel die aansluit op de stengel/tak. De bladdelen van een samengesteld blad hebben geen bladoksel en geen okselknop. Bij een enkelvoudig blad heeft ieder blad een bladoksel en okselknop. Je kan bij samengestelde bladeren, handvormig samengestelde- en veervormig samengestelde bladeren onderscheiden.

Handvormig samengesteld: indien de bladonderdelen in één punt van de bladsteel ontspringen. Daarbij heb je 2-tallige en meertallige (bijvoorbeeld 3 of 7-tallige) handvormige samengestelde bladeren. Dit is afhankelijk van het aantal bladdelen waaruit het samengestelde blad bestaat.

Veervormig samengesteld: indien de bladdelen zijdelings op een gezamenlijke bladsteel zitten. Je kan het samengesteld blad onderscheiden van de bladdelen doordat er alleen een okselknop in de okselknop van de gemeenschappelijke steel zit. Het steeltje van het bladdeel noemt men de bladspil.

Bij veervormig samengestelde bladeren zijn de volgende vormen te onderscheiden:

  1. Even geveerd: indien er geen topblad aanwezig is en het totaal aantal bladdelen even is.
  2. Oneven geveerd: inden het totaal aantal bladdelen oneven is.
  3. Afgebroken geveerd: hier is sprake van indien de series van grotere bladdelen wordt afgewisseld door series van kleinere bladdelen.
  4. Dubbel geveerd: bij dubbel geveerde bladeren is ieder bladdeel zelf ook weer geveerd.

Welke bladstanden komen er voor?

De juiste bladstand is voor een plant cruciaal. Hierbij is belangrijk dat ze in een juiste positie staan en elkaar zo weinig mogelijk overlappen. Dit om zoveel mogelijk licht op te kunnen vangen om zo het fotosyntheseproces optimaal te laten verlopen. Om de bladstand te kunnen vaststellen moet je kijken naar de positie en het aantal bladeren bij de knoop.

Hieronder worden een aantal mogelijkheden van bladstanden weergegeven.

Verspreide bladstand: Ieder blad staat dan apart, in een spiraal, op de stengel (duizendblad).

Kruisgewijze en tegenoverstaande bladstand: het gaat hier om paren van bladeren die tegenover elkaar staan. Deze paren van bladeren staan kruisgewijs ten opzichte van de boven- en onderliggende paren (witte dovenetel).

Tegenoverstaande bladstand: bij deze bladstand staan telkens twee bladeren op dezelfde hoogte, links en rechts, aan de stengel. Dit komt vaak voor bij horizontale takken (grote brandnetel).

Kransgewijze bladstand: dan staan er meer dan twee bladeren op gelijke hoogte aan de stengel (gewone dopheide).

Wortelstandige bladstand: wanneer de bladeren tegen de grond op de stengel staan, daarbij vormen ze vaak een wortelrozet (paardenbloem).

Dakpansgewijze bladstand: hierbij vallen de randen van het blad, net zoals bij dakpannen, over elkaar heen (struikheide).

Waarom laten veel planten in de herfst hun blad vallen?

Gedurende de winter zijn planten minder in staat om water op te nemen en is er minder licht om het fotosynthese proces te laten verlopen. Indien de huidmondjes dan doorgaan met het verdampen van water lopen planten het risico om uit te drogen. Door hun blad te laten vallen, beperken ze de verdamping van water aanzienlijk. Om zo min mogelijk voedingsstoffen wij dit proces te verliezen, trekt de plant onder andere het chlorofyl (bladgroen) terug uit de bladeren en slaat dit op als reserve. Dit terugtrekken van het chlorofyl (bladgroen) is ook de oorzaak van het verkleuren van de bladeren in de herfst. Dit hele proces wordt aangestuurd door een soort hormonen die het proces opstarten en er aan het eind voor zorgen dat er een kurklaagje gevormd gaat worden tussen de tak en het bladsteeltje. Hierdoor komt het blad wat los te zitten van de tak en een beetje beweging/wind laat jet blad dan vallen.

Bos-in-herftskleuren

Bos-in-herftskleuren