Samenwerkers (symbioten)

Samenwerkers (symbioten) van de Veluwezoom

In de natuur wordt er ook veel samengewerkt. Een mooi voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen zwammen/schimmels en bomen. Het uitgebreide netwerk van schimmeldraden staat vaak in contact met de fijne worteldelen van bomen. De schimmeldraden omwikkelen de fijne worteldelen en dringen zo door tot in de weefselcellen van de wortelbast. Bovendien wordt de plant/boom beschermd tegen het binnendringen van schadelijke organismen. De schimmel levert dan mineralen aan de boom en zorgt voor een betere wateropname en de boom levert de voedingsstoffen suikers (glucose) terug aan de zwam/schimmel. Deze samenwerking gaat vaak zo ver, dat als de boom sterft de zwam/schimmel ook sterft. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de bomen in een gezond bos met elkaar verbonden zijn door de uitgestrekte schimmelstelsels. Verstoring door de mens van bomen en/of zwammen, zal ook leiden tot verstoring van de aan elkaar verbonden symbioten.

Voorbeelden van samenwerkers (symbioten) zijn: schotel russula, vliegenzwam, hanenkam, gewone heksenboleet, bleke cantharel en de paddenstoelen die hieronder worden weergegeven.

Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis)

gewoon eekhoorntjesbrood

Gewoon eekhoorntjes brood is een bekende paddenstoel en komt dan ook algemeen voor op de Veluwezoom. De hoed heeft een grootte van 6 tot 20 cm en kan glad of rimpelig van oppervlakte zijn. In het begin is de hoed half bol en verandert later naar een gewelfde vorm. De kleur van de hoed varieert van licht- tot donkerbruin. Deze paddenstoelen groeien van juli t/m november in naald- en loofbossen en op open plekken.

Vroeg eekhoorntjesbrood (Boletus reticulatus)

Vroeg eekhoorntjesbrood-Boletus reticulatus

Vroeg eekhoorntjesbrood

In de maanden mei t/m september kun je het vroeg eekhoorntjesbrood tegenkomen. Bij warm weer ook nog later in het jaar. Ze komen vooral voor in  loofbossen in de buurt van beuken en eiken. Dit is een van de eerste boleten die je in het voorjaar ziet. Vaak zijn ze dan beschadigd door de vraat van maden. Het verschil met gewoon eekhoorntjesbrood is de doffe soms fijngeschubde en vaak opengescheurde hoedhuid van vroeg eekhoorntjesbrood. Daarnaast heeft vroeg eekhoorntjesbrood ook een donkerdere steel. Ze groeien vaak in de buurt van eiken en beuken.

Vliegenzwam (Amanita muscaria)

Vliegenzwam (Amanita muscaria)

Als je het hebt over de paddenstoel ‘rood met witte stippen’ dan gaat het over de vliegenzwam. Deze komt op de Veluwezoom algemeen voor en is opvallend met zijn rood tot oranje gekleurde hoed met witte velumvlokken. Deze velumvlokken zijn de restanten van het dunne vlies (velum) dat paddenstoel omsloot voordat de sporen rijp waren. De hoed varieert in grootte van 6 tot 15 cm. Deze paddenstoelen groeien van juli t/m november in de naald- en loofbossen, waar ze in symbiose leven met vooral sparren en berken.

Kastanjeboleet (Xerocomus badius)

Kastanjeboleet-Xerocomus badius

De kastanjeboleet groeit als paddenstoel in de maanden juni t/m november. Ze komen voor in naald- en gemengde bossen met een voorkeur in de buurt van sparren. De steel heeft geen netwerk en het vlees is blauw. Hiermee onderscheiden ze zich van andere boleten.

Gewone berkenboleet (Leccinum scabrum)

Gewone berkenboleet-leccinum-scabrum

Gedurende de maanden juni t/m oktober maak je een goede kans om de gewone berkenboleet tegen te komen in de buurt van een berk (vooral als de berken in de buurt staan van sparren). De gewone berkenboleet leeft in symbiose met berkenbomen. Ze worden zo’n 5 tot 12 cm groot.

Regenboogrussula (Russula cyanoxantha)

Regenboogrussula-Russula cyanoxantha

De regenboogrussula is een paddenstoel uit de russula familie en groeit gedurende de herfst. Soms kom je ze ook al tegen gedurende de zomer. Ze komen voor in loofbossen waar ze in symbiose leven met eiken.

Panteramaniet (Amanita pantherina)

Panteramaniet-Amanita pantherina

De panteramaniet komt voor in de periode van juli t/m oktober. Ze hebben een voorkeur voor loofbossen in de nabijheid van eiken en voor naaldbossen in de nabijheid van sparren. Ze lijken, qua uiterlijk, veel op de parelamaniet.

Parelamaniet (Amanita rubescens)

Parelamaniet-Amanita rubescens

Parelamaniet-Amanita rubescens

Gedurende de maanden juni t/m oktober groeit de parelamaniet. Ze hebben daarbij een voorkeur voor loof- en naaldbossen. Qua uiterlijk lijken ze veel op de panteramaniet. Ze worden ongeveer 5 tot 15 cm groot.