Profiteurs (parasieten)

Profiteurs (parasieten) van de Veluwezoom

Er zijn ook zwammen/schimmels die zich vestigen op gezonde bomen en planten. Vaak hebben deze bomen en planten al een zwakke plek waarin de zwam/schimmel kan binnendringen. Met zijn schimmeldraden tast de zwam/schimmel zijn gastheer aan en in veel gevallen zal dat tot de dood van de boom of plant leiden. Sommige zwammen/schimmels kunnen zowel profiteur als opruimer zijn. Zo kan de tonderzwam een gezonde boom als profiteur (parasiet) zo aantasten zodat dat tot de dood van de boom leidt. Daarna kan dezelfde tonderzwam de dode boom als opruimer (saprofyt) opruimen.

Voorbeelden van profiteurs (parasieten) zijn: berkenzwam, echte tonderzwam, rupsendoder, vals judasoor, biefstukzwam en de paddenstoelen die hieronder worden weergegeven.

Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae)

Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae)

De sombere honingzwam komt algemeen voor op de Veluwezoom. Je komt deze paddenstoel tegen vanaf augustus t/m oktober en hij is te vinden op naaldhout en loofhout van vooral zurige zandgronden. De sombere honingzwam is een parasitaire soort, maar treed ook op als opruimer (saprofyt). De hoed heeft een stomp kegelvormig uiterlijk met een diameter van 4 tot ongeveer 20 cm. de kleur is rood- tot donkerbruin.
Deze paddenstoel vormt dikke en sterke bruinzwarte myceliumstrengen die een zeer groot oppervlakte kunnen bestrijken. In de staat Oregon is begin deze eeuw een ongeveer 2400 jaar oude sombere honingzwam ontdekt waarvan het ondergrondse netwerk van myceliumstrengen ruim 800 hectare groot is. 

Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus)

Zwavelzwam-Laetiporus sulphureus

De zwavelzwam is een algemeen voorkomende parasitaire zwam die groeit in de maanden mei t/m juli. Ze parasiteren op levende loofbomen en heel soms op naaldbomen. De zwavelgele kleur en zijn vroege aanwezigheid maakt het redelijk eenvoudig om deze zwam te determineren.

Reuzenzwam (Meripilus giganteus)

Reuzenzwam-Meripilus giganteus

De reuzenzwam leidt een saprotroof leven op de dode stronken van beuken en andere loofbomen. Heel soms kom je ze ook tegen op dood naaldhout. Daarnaast komen ze ook als parasiet voor aan de voet van levende bomen. De groeitijd van de reuzenzwam is augustus t/m oktober. Daar veroorzaken ze een sterke witrot. De naam van de reuzezwam geeft het al aan. Met een omvang van 30 tot 80 cm worden ze behoorlijk groot.

Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)

Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)

De echte tonderzwam is een gaatjeszwam die je het hele jaar kan tegenkomen. Ze lijden meestal een parasitair leven op zwakke bomen, maar je kan ze ook op dode bomen tegenkomen. Ze hebben een voorkeur voor beuken en berken. Zijn naam heeft de echte tonderzwam te danken aan het feit dat zijn vlees in het verleden werd gebruikt voor het vervaardigen van tondel. Tondel is het gedroogde en fijn gemalen vlees van de echte tonderzwam en werd gebruikt voor het laten smeulen van vuur. Een tondeldoos is een metalen opbergdoosje, waar smeulend tondel in werd bewaard om bijvoorbeeld een pijp aan te steken. Zo droeg Ötzi, de ongeveer 5.300 naar oude gletsjermummie, een zakje tondel bij zich. Zeer waarschijnlijk om vuur mee aan te maken.

Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)

Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)