De vorm van paddentoelen
Paddenstoelen hebben verschillende soorten vormen. Het kan een handige manier zijn om voor de herkenning de vorm als uitgangspunt aan te houden en vanuit daar verder te zoeken wat de uiteindelijke soort is. Hieronder een overzicht van de verschillende vormen.
Plaatjeszwammen
Deze zijn herkenbaar aan de plaatjes (lamellen) die onderaan de hoed hangen. De hoed zorgt ervoor dat de plaatjes verticaal hangen en de sporen recht naar beneden kunnen vallen, zodat ze goed door de wind opgepakt kunnen worden. Plaatjeszwammen hebben een hoed die vaak op een steel staat.

Sombere-honingzwam-(Armillaria-ostoyae)
Buisjeszwammen-Boleten
Buisjeszwammen hebben buisjes in hun hoed, waar de sporen in bewaard worden. Buisjeszwammen worden ook boleten genoemd. Als je bij een boleet naar de onderkant van de hoed kijkt, zie ontzettend veel kleine buisjes, die gemakkelijk van de hoed te verwijderen zijn. Op de binnenwanden van deze buisjes zitten de sporen. Net als bij de plaatjeszwammen, hebben boleten meestal een hoed die op een steel staat.

Vroeg eekhoorntjesbrood (Boletus reticulatus)
Gaatjeszwammen
Net als bij buisjeszwammen (boleten) hebben gaatjeszwammen heel kleine buisjes aan de onderzijde van de hoed, die de sporen bevatten. Het verschil met de boleten is dat gaatjeszwammen meestal geen steel hebben en de buisjes zijn hier vastgegroeid in de paddenstoel en heel moeilijk te verwijderen.

Tonderzwam-(Fomes-fomentarius)
Stekelzwammen
Stekelzwammen hebben meestal een hoed en een steel. Aan de onderzijde van de hoed hangen ontzettend veel korte of langere stekels, waaraan de sporen bevestigd zitten.

De stekels aan de onderzijde van de hoed van de geschubde stekelzwam-Sarcodon imbricatus
Knots- en koraalzwammen
Bij knotszwammen is er meestal sprake van een enkele omhoog staande, op een knots lijkend, takje. Met hun omhoogstaande vertakkende takjes lijken Koraalzwammen ook op koraal. De sporen vormen zich aan de buitenkant van de bovengenoemde takjes.

Kleverige koraalzwam (Calocera viscosa) groeit op dood naaldhout.

Geel hoorntje-Calocera cornea groeit op dood loofhout
Buikzwammen (stuifzwammen)
Bij buikzwammen, ook wel stuifzwammen genoemd, worden de sporen binnenin de zwam/schimmel gevormd. Er bestaan veel verschillende vormen binnen de buikzwammen groep. Daarbinnen bestaan weer verschillende methoden hoe de sporen, als ze rijp zijn, verspreid gaan worden. Zo scheurt bij de Gele aardappel bovist het omhulsel open, waardoor de sporen de ‘vrijheid’ krijgen. Als bij de grote stinkzwam de stroperige stinkende sporenmassa vrij komt, komen daar veel vliegen op af die dat opeten en daarmee verspreiden.

Grote stinkzwam (Phallus impudicus)
Bekerzwammen
Bekerzwammen zijn te herkennen aan de vorm die lijkt op een schotel of kom. Binnen in de kom/schotel worden dan de vruchtlichaampjes ten behoeve van de voortplanting gevormd.

Grote oranje bekerzwam (Aleuria aurantia). Deze wordt ook wel de sinaasappelschilzwam genoemd.
Korstzwammen
Korstzwammen zijn qua vorm korstachtig, voorkomend in zowel gladde als korrelige uitvoeringen. Ze liggen meestal vlak, als een dunnere laag, op de ondergrond. Er zijn ook soorten die een rand met wat diepte vormen. Korstzwammen kan je het hele jaar tegenkomen en je ziet ze vaak aan de onderkant van takken en dode bomen groeien. Hierdoor vallen de sporen netjes naar beneden.

Paarse korstzwam-Chondrostereum purpureum
Trilzwammen
Trilzwammen lijken qua structuur wel op trilpudding. Ze hebben vaak geen duidelijk herkenbare vorm. Trilzwammen vallen onder de klasse van steeltjeszwammen.

Gele-trilzwam-(Tremella-mesenterica)
Slijmzwammen
Slijmzwammen werden vroeger tot de schimmels/paddenstoelen gerekend, maar tegenwoordig niet meer. Ze zijn voorlopig ingedeeld in een aparte klasse, de Mycetozoa. Slijmzwammen zijn over het algemeen erg klein en je moet dus je best doen om ze te vinden. Van de andere kant komen ze veel voor en dan ook nog in veel verschillende vormen en kleuren. Dus, de moeite waard om met de loep op pad te gaan.

Heksenboter-(Fuligo-septica)