Grove den

Grove den (Pinus sylvestris)

De grove den is een inheemse boomsoort die samen met de berk een van de eerste bomen was die zich na de laatste ijstijd zich hier vestigden. Oorspronkelijk kwam de grove den voor aan de randen van zandverstuivingen, daar waar het grondwater dicht aan de oppervlakte kwam. Tijdens het herbebossingsprogramma tussen 1800 en 1900 is er veel aangeplant om zandverstuivingen tegen te gaan en later ook om de gangen t.b.v. de mijnbouw te stutten. Dennenhout heeft namelijk de eigenschap dat het begint te kraken voordat het breekt. Dat was voor de mijnbouwers een belangrijk signaal bij instortingen.

De naalden zijn ongeveer 5 tot 8 cm lang en net als bij de meeste andere dennen bestaan ze uit setjes van twee naalden. Grove dennen kunnen wel 500 tot 700 jaar oud worden, maar worden, ten behoeve van de bosbouw, meestal al na 80 tot 100 jaar gekapt. De hoogte bedraagt meestal 30 to 35 meter.

Naaldbomen, en dus ook de grove den, behoren tot de naaktzadigen. Deze hebben niet, zoals de bedektzadigen een stamper waarin de eicellen voor de voortplanting zitten. Dennen hebben daarentegen zaadknoppen die op de schubben van de kegel zitten (vrouwelijke kegels zijn rozig van kleur). Deze vrouwelijke zaadknoppen vangen dan de stuifmeelkorrels op via de lucht. Hierna ontstaat het zaad in de inmiddels verhoute kegel.

Weetjes over de grove den

  1. Net zoals andere bomen leven grove dennen in symbiose met schimmels. Deze schimmels leveren belangrijke voedingsstoffen zoals mineralen aan de den. De den geeft daar glucose voor terug.
  2. Andere benamingen voor de grove den zijn pijnboom en vliegden.
  3. Zodra een grove den beschadigd raakt, scheidt deze een kleverige substantie (hars) af. Dit dient ter bescherming tegen infecties.
  4. Het hout van de grove den wordt veel gebruikt als (grenen) timmerhout.
  5. Van vroeger uit gebruikte men de grove den voor de winning van terpentijnolie en teer.
  6. Classificatie: Pinus (geslacht) - Dennen (familie) Corniferen (orde)– Naaktzadigen (clade) –Zaadplanten (klasse) – Landplanten (stam) – Planten (rijk).

Hoe herken je de grove den?