Bijen

bijen

Bijen (Cladus Anthophila)

Bijen zijn vliegende insecten die een cruciale rol spelen in de bestuiving van planten. Dit maakt hen onmisbaar voor de voortplanting van veel wilde planten en landbouwgewassen. Samen met de hommels behoren de bijen tot de Cladus Anthophila. In Nederland komen ongeveer 320 soorten bijen voor (ongeveer 70% van deze soorten nestelt in de grond) die je kunt onderverdelen volgens verschillende criteria. Onderstaand schema is gebaseerd op het (nest)gedrag van de bijen met de meest voorkomende geslachten/soorten in Nederland. Kijk hier voor een uitgebreider schema.

Bijen zijn essentieel voor een gezond ecosysteem en een duurzame voedselproductie. Het behoudt van bijenpopulaties is daarom cruciaal en kan worden gestimuleerd door meer bloemen aan te planten, pesticiden te vermijden en natuurlijke nestgelegenheden te bieden.

Classificatie van bijen:  Anthophila (Cladus) - Apoidea (Superfamilie) - Vliesvleugeligen (Orde) - Insecten (klasse) - Geleedpotigen (stam) - Dieren (rijk).

1. Sociale bijen

Deze bijen leven in kolonies met een taakverdeling tussen werksters, darren (mannetjes) en een koningin. De Honingbij is een echt sociale bijensoort die in grote kolonies leeft. Sommige andere bijensoorten, zoals bepaalde soorten uit het Halictus en Lasioglossum geslacht kunnen primitief of facultatief sociaal zijn. Dit betekent dat ze afhankelijk van de omstandigheden zowel alleen als in kleine sociale groepen kunnen leven.

Honingbij (Apis mellifera): wordt gehouden door imkers en nestelt in kasten of holle boomstammen en leeft in grote kolonies.

Groefbijen (Halictus en Lasioglossum soorten): sommige soorten zijn (primitief) sociaal en vormen (kleine) kolonies.

 

 

 

 

 

 

2. Solitaire bijen

Deze bijen leven alleen en bouwen hun eigen nesten zonder een koningin of werksters.

2.1. Grondnestelende bijen:

Zandbijen (Andrena-soorten): graven hun nesten in zandige bodems.

Groefbijen (Halictus en Lasioglossum-soorten): nestelen vaak in kale grond of grasvelden.

Zijdebijen (Colletes-soorten): dekken hun zelfgegraven ondergrondse huisvesting af met een laagje dat lijkt op zijde en geproduceerd wordt in een mondklier.

Sachembijen (Anthophora-soorten): zijn grote harige bijen die een beetje op hommels lijken. Ze hangen vaak stil in de lucht om de omgeving te verkennen.

2.2. Houtnestelende bijen:

Metselbijen (Osmia-soorten): gebruiken holle stengels of oude kevergaten in hout.

Behangersbijen (Megachile-soorten): knippen stukjes blad om hun nesten in holle stengels te bekleden.

Maskerbijen (Hylaeus-soorten): kleine, gladde bijen die nesten in holtes maken en stuifmeel mengen met nectar.

3. Koekoeksbijen

Deze bijen bouwen zelf geen nest maar leggen hun eitjes in de nesten van andere bijensoorten, vergelijkbaar met de koekoek bij vogels.

Wespbijen (Nomada-soorten): parasiteren vaak op zandbijen.

Kegelbijen (Coelioxys-soorten): parasiteren op andere solitaire bijen zoals de behangersbijen.

Bloedbijen (Sphecodes-soorten): parasiteren op groefbijen.

Voorbeelden van (primitief) sociale bijen

honingbij
roodpotige groefbij
matte bandgroefbij

Voorbeelden van solitaire bijen die nestelen in de grond

roodgatje
tweekleurige zandbij
grijze zandbij
gewone geurgroefbij
gewone sachembij

Voorbeelden van solitaire bijen die nestelen in hout, stengels en holtes

kleine tuinmaskerbij
kleine tuinbladsnijder
gewone maskerbij
rosse metselbij
gehoornde metselbij

Voorbeelden van koekoeksbijen

roodharige wespbij