Boomklever (Sitta-europaea)
De boomklever is een echte bosvogel, die zich het liefst in oudere loofbossen ophoudt. In vergelijking met een specht of met de boomkruiper is de boomklever een stuk leniger. Bij het omhoog en omlaag klimmen langs de boomstam hebben ze zelfs een staart niet nodig. Een wat grotere en spitse snavel gecombineerd met de de forse zwarte oogstreep zijn kenmerkend voor de kop van de boomklever. Daarnaast heeft de boomklever een grijsblauwe bovenkant gecombineerd met een oranjebruine buik en zijkanten. De keel is wit. Het mannetje en het vrouwtje lijken op elkaar en worden ongeveer 12 tot 14,5 cm lang. Boomklevers zijn holenbroeders die nesten maken in bijvoorbeeld holtes in bomen (o.a. oude spechten holen) en dan het nest grotendeels dichtmetselen met modder.
Leefomgeving van de boomklever
Boomklevers leven het liefst in oudere loofbossen. Zo zijn ze gek op oude eiken omdat die meestal een grove bast hebben, waar weer veel insecten in voorkomen. In Nederland zijn boomklevers standvogels. Echter bij een strenge winter willen ze wel eens wat naar het zuiden bewegen en/of naar de tuinen in de bebouwing.
Wat eten boomklevers?
In tegenstelling tot de boomkruiper, bewegen boomklevers zich zowel van omlaag naar omhoog en andersom voort op de boomstam. Dit continu zoekend naar insecten, die zich tussen en onder de bast verscholen houden. Daar zoeken ze naar larven, kevers, spinnen en andere ongewervelden. In de winter vullen ze het insectendieet ook wel aan met zaden en bijvoorbeeld beukennootjes.
Roep en zang van de boomklever
Roep
Je kan van de boomklever verschillende roepen verwachten.
- Een helder en metaalachtig: wie-wie-wie-wie-wie-wie-wie
- Dukke dukke dukke dukke dukke
- Dju du – dju du- dju du- dju du
Zang
Echt zingen doet de boomklever niet. Ze zijn wel het hele jaar actief met geluiden, maar vanaf januari laten ze zich echt goed horen. Een duidelijk herkenbaar geluid van de boomklever is wieiet-wieiet-wieiet.
Weetjes over de boomklever
- Classificatie: Sitta (geslacht) – Boomklevers (familie) – Zangvogels (orde) – Vogels (klasse)
- Boomklevers klemmen vaak noten en eikels tussen boomspleten die ze dan open proberen te breken. Je kan dit herkennen in het bos, door het kloppende geluid dat dit veroorzaakt.
- Na de zang voert het mannetje soms ook een baltsvlucht uit. Dan vliegt deze met gespreide vleugels en staart richting het vrouwtje.
- Boomklevers broeden in boomholtes en boomspleten. Als de opening daarvan te groot is, metselen ze deze dicht tot de gewenste openingsgrootte.