
Hommels (geslacht Bombus)
Samen met de bijen behoren de hommels tot de Cladus Anthophila. Hommels kan je goed herkennen aan het stevige lichaam voorzien van een dichte beharing. Daarbij hebben ze vaak gekleurde ringen op de borst en op het achterlijf. Door het wat gedrongen lichaam en de beharing kunnen ze ook beter tegen lagere temperaturen. Daardoor zie je hommels vaak al in het begin van het voorjaar rondvliegen. In Nederland komen ongeveer 29 hommelsoorten voor en wereldwijd zo’n 250. Net zoals de honingbij leven hommels in een kolonie. De grootte van de kolonie is echter wel een stuk kleiner, variërend van 40 tot 400 hommels. Hommels hanteren verschillende tactieken om bij de nectar van de bloemen te komen. Sommige soorten hebben een lange uitrolbare tong om bij de nectar te kunnen komen. Andere soorten boren een gat dicht bij de bloembasis om zo de nectar te kunnen bemachtigen. Op basis van hun gedrag kun je de hommels indelen in onderstaande twee groepen.
Sociale hommels (geslacht Bombus)
Deze hommels leven in kolonies met een koningin, werksters en mannetjes (darren). De koningin start elk jaar een nieuw nest en produceert werksters om de kolonie te laten groeien. In Nederland komen ongeveer 22 soorten sociale hommels voor en deze hebben de volgende kenmerken.
Koekoekshommels (ondergeslacht Bombus Psithyrus)
Deze hommels bouwen zelf geen nesten, maar leggen hun eieren in de nesten van andere hommelsoorten. De koningin doodt vaak de oorspronkelijke koningin en laat haar werksters haar larven grootbrengen. Koekoekshommels zijn vaak minder behaard dan sociale hommels, waarbij de vrouwtjes sterker gepantserd zijn om weerstand te bieden aan de gastheer-koningin. In Nederland komen ongeveer 7 soorten koekoekshommels voor.
Classificatie van hommels: Anthophila (Cladus) - Apoidea (Superfamilie) - Vliesvleugeligen (Orde) - Insecten (klasse) - Geleedpotigen (stam) - Dieren (rijk).
Voorbeelden van sociale hommels








Voorbeelden van koekoekshommels

